Muziek

Een psalm in de sfeer van Chopin en Debussy

Musicus Arie Loonstra componeerde psalmbewerkingen voor piano, met verschillende moeilijkheidsgraden. „Ik vind het belangrijk dat beginnelingen direct met de psalmen aan de slag kunnen.”

Jan-Kees Karels
15 September 2014 12:09Gewijzigd op 15 November 2020 12:55
Musicus Arie Loonstra. Beeld RD, Henk Visscher
Musicus Arie Loonstra. Beeld RD, Henk Visscher

Nog steeds krijgt hij op z’n verjaardag kaarten van koorleden. „Ze zijn me nog niet vergeten”, zegt Arie Loonstra (53), bij wie in 2009 de ziekte van Parkinson werd vastgesteld. Vanaf dat moment moest hij geleidelijk z’n muzikale werkzaamheden als dirigent en organist neerleggen.

Een moeilijk tijd volgde, vertelt Loonstra in zijn huis in Ede. „Afgelopen januari heb ik een heel slechte periode gehad. Ik dacht: ik kan níks meer. Van 300 meter wandelen was ik al op. Toen heb ik andere medicijnen gekregen, en ging het stapje voor stapje beter. Een psychotherapeut zei tegen mij: Je moet dingen doen waarbij je je gedachten verzet, zodat je niet meer aan je ziekte denkt.”

Daarom begon hij met het componeren van psalmbewerkingen voor piano. Al werkend kreeg Loonstra de smaak te pakken, en ging hij alle 124 psalmmelodieën bewerken. „Ik dacht: ik maak een boek met evenveel lege bladzijden als ik nodig heb. Die bladzijden heb ik ingebonden en op psalm genummerd. Het heeft een positieve uitwerking gehad op het verloop van de ziekte. En de omgeving was verbaasd. Als de kinderen die al uit huis zijn kwamen binnenlopen, zeiden ze: Hé, wie speelt hier piano? Pa is weer bezig!”

Pianoleerlingen

Het idee voor psalmbewerkingen stamt uit Loonstra’s laatste jaar van zijn werkzaam leven, zegt hij, het jaar 2010. „Ik heb toen negentien psalmbewerkingen voor piano geschreven en uitgegeven. Ik merkte al jarenlang dat de behoefte aan het psalmen spelen op piano groot is. Bij jongere leerlingen was vrijwel altijd de wens van de ouders: we willen dat ze piano spelen, maar dan wel met psalmen erbij. Ik heb meegemaakt dat een pianoleerling op les kwam met het psalmboek van Drenth onder z’n arm. Dat is makkelijk, zeiden z’n ouders, daar kun je gauw uit spelen. Maar orgelmuziek wordt geen pianomuziek als je haar op een pianolezenaar zet. De statische akkoorden van een orgel functioneren op een piano heel anders, omdat de toon na het aanslaan direct minder wordt. Dus moet je proberen in die akkoorden een lopende beweging te verzinnen. Belangrijk is dat je de melodie met onder andere gebroken akkoorden laat begeleiden.”

Het psalmenboek van Loonstra begint met makkelijke etudes en eindigt met de moeilijke. „Alle psalmen staan door elkaar. Ik had bijvoorbeeld bij Psalm 87 een bepaald begeleidingsmotief van Rachmaninov in mijn hoofd. Deze bewerking is zo moeilijk geworden dat hij aan het eind van het boek staat. Het mooiste is om dit boek te gebruiken naast de reguliere leermethodes. Dan kun je ermee vooruit vanaf een halfjaar pianoles tot het niveau van de Mazurka’s van Chopin.”

Hoge en zware klokken

Hij gaat voor naar zijn werkkamer, achter in de tuin. Er is ruimte vrijgekomen, het pijporgel en de vleugel zijn allebei verkocht. „Ik heb lang aan die gedachte kunnen wennen, zodat je op een gegeven ogenblik eraan toe bent”, zegt de musicus.

De bewerkingen maakte hij met het programma Personal Composer. Stem voor stem speelde hij in op een keyboard. Loonstra laat een aantal voorbeelden horen: eenvoudige stukken, zonder voortekens, tot bewerkingen met ingewikkelde ritmes, soms zelfs met polyritmische figuren. „Ik heb geprobeerd om heel vaak die gebroken akkoorden te gebruiken in de linkerhand. Kijk, dit is een sfeerstukje over Psalm 20, in de stijl van Claude Debussy. Er zitten bijzondere harmonieën in. En deze psalm heeft een Chopin­achtige begeleiding, met die typische slag in de linkerhand. Bij Psalm 80 maken leerlingen kennis met triolen. Halverwege wordt de begeleiding wat breder. Ook hier weer een aparte harmonisering die de aandacht trekt. Bij Psalm 92, ”Laat ons de rustdag wijden”, klinken hoge klokjes, maar ook zware klokken als quinten in de bas. Er zitten bij de psalmbewerkingen inventioachtige barokstukken, maar ook echte voordrachtsstukken waarin je het hele pianoklavier gebruikt, zoals Psalm 101. Het duurt wel drie of vier jaar voordat de leerling zover is.”

Sommige begeleidingen laten zich goed met een melodie-instrument combineren, zegt Loonstra, bijvoorbeeld een viool of een fluit.

Het boek zal op 1 november in de Edesche Concertzaal worden gepresenteerd door de predikant-pianist Wouter Bakker. „De combinatie predikant-pianist vond ik zó opvallend dat ik hem hiervoor heb gevraagd.” Loonstra’s jongste dochter, Gertrude, zal als violiste aan dit concert meewerken. De musicus heeft voor deze nieuwe concertzaal gekozen vanwege de intieme sfeer. „Een vleugel komt hier beter tot z’n recht dan in een kerkgebouw, waar het veel te veel galmt.”

Zie www.musicapsaltaria.nl/pianops.htm voor muziek- en geluidsvoorbeelden

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer