Dat bleek de afgelopen dagen tijdens de eerste Amerikaanse conferentie van de Transatlantic Christian Council (TCC). Eind vorig jaar hield deze nieuwe organisatie haar oprichtingsconferentie in Brussel. Vanaf woensdag belegde de TCC drie dagen van bijeenkomsten in Washington. De conferentie vond deels plaats in de stijlvolle bibliotheek van het Capitool, het parlementsgebouw van de Verenigde Staten.

„Obama heeft de homorechten tot centrum van de mensenrechten verheven”, stelde de Amerikaanse parlementariër Frank Wolf. „Hij beoordeelt er zelfs andere landen op.” Zelf heeft hij de „vervolgde kerk” als speerpunt van zijn werk. „Niemand komt voor hen op.”

Congreslid Chris Smith toonde zich zeer verontwaardigd over de „onverschilligheid” van de president ten opzichte van vervolgde christenen. „Dat kan alleen maar omdat hij ongevoelig is voor de fundamenten van het christelijk geloof.” Smith had één goede raad voor de conferentiebezoekers: „Spreek je uit tegen religieuze vervolging.”

Volgens Wolf omvat het staan voor godsdienstvrijheid ook het opkomen voor de rechten van anderen. „Dat betreft dus ook de boeddhisten en bahai die in gevangenissen zitten.”

Wolf was teleurgesteld in zijn eigen presbyteriaanse kerk. Recent vroeg hij die om hem te steunen in zijn pogingen een speciale gezant naar het Midden-Oosten te sturen om daar voor de christenen op te komen. „Dat wilde men niet, omdat men bang was de moslims daarmee te kwetsen. Kerken die nooit moedig zijn, hebben op den duur geen functie meer.”

Een andere benadering toonde de Italiaanse filosoof en politicus Rocco Buttiglione. Het homohuwelijk is volgens hem niet de grootste bedreiging van het gezinsleven. „Kinderen hebben instinctief behoefte aan een vader en moeder die elkaar liefhebben”, aldus Buttiglione.