Ooit wordt Rover vast nog vriendjes met de NS
DELFT. Voor treinreizigers breken de traditioneel kritieke maanden aan. Maar meer dan de NS en ProRail dit jaar doen om problemen tijdens de herfst en winter tegen te gaan, is haast niet mogelijk. Zelfs reizigersvereniging Rover is er tevreden over. „Je kunt je afvragen of er niet te veel maatregelen worden genomen”, zegt openbaarvervoerdeskundige Wijnand Veeneman van de TU Delft.
Vooropgesteld: een vlekkeloze herfst en winter zijn niet te garanderen. Op het moment dat heel Nederland is bedekt met een flink pak sneeuw of links en rechts bomen op het spoor waaien, kan het niet anders dan dat het treinverkeer in de soep loopt. Maar er is de NS veel aan gelegen om –waar mogelijk– de problemen voor te zijn.
„Daar gaat veel geld in om”, zegt Veeneman. „Maar elke cent die wordt gespendeerd aan het kunnen rijden bij heel slecht weer, gaat ten koste van bijvoorbeeld onderhoud of de aankoop van nieuwe treinstellen.”
Deze investering doet het bedrijf alleen omdat niemand het van de NS accepteert als de dienstregeling wordt stopgezet. Veeneman: „Ik snap dat het vervelend is als er 3000 man staat te vernikkelen op Utrecht Centraal, maar dat kan nu eenmaal een keer gebeuren. Terwijl iedereen snapt dat Schiphol bij extreem weer op slot gaat, moeten de treinen echter koste wat het kost blijven rijden.”
Tevreden
Het pakket aan maatregelen voor dit jaar stemt zelfs de immer kritische reizigersvereniging Rover tevreden. „We vertrouwen erop dat de treinen kunnen blijven rijden”, zegt woordvoerder Chris Vonk.
Het grootste probleem is volgens hem altijd de verwarming van wissels; daarin is veel verbeterd. Er zijn er nu 5500 verwarmd. „Daarnaast staan voortaan altijd diesellocomotieven klaar om gestrande treinen weg te slepen”, zegt Vonk. „In de herfst heeft de NS het probleem van de gladde blaadjes inmiddels onder de knie; daar hadden we vorig jaar al geen last meer van. We zien echt veel verbeteringen.”
Als klap op de vuurpijl maakte Rover deze week bekend dat het dankzij de langere treinen op sommige trajecten aanzienlijk minder klachten krijgt over reizigers die onderweg moeten staan.
De goednieuwsshow leidt bij NS-voorlichter Edwin van Scherrenburg tot een voorzichtig lachje. „Als er morgen iets gebeurt, kan alles weer anders zijn. Daarvoor liggen we te zeer onder een vergrootglas. We werken er continu aan om de dienstregeling en service te verbeteren. Maar er blijven aanrijdingen plaatsvinden, er zal ook deze winter weer een wissel kapotgaan en helaas springen er nog steeds mensen voor een trein. We kunnen niet alles voorkomen.”
IJsvorming
Dat betekent dat –naast de al genoemde maatregelen– ook een geoptimaliseerde nooddienstregeling, extra snoeiwerkzaamheden langs het spoor, verbeterde afspraken met onderhoudsmonteurs voor snellere reparaties en nieuwe technieken om ijsvorming aan de onderstellen tegen te gaan, geen zekerheid geven over een soepele treinenloop in de komende maanden.
Veeneman: „Het is simpelweg veel te onvoorspelbaar waar het mis zal gaan. Het enige wat je kunt zeggen, is dat de NS als nationale kop van Jut goed op alle kritiek reageert en –waar mogelijk– maatregelen heeft genomen. Zodanig, dat ik het persoonlijk zelfs wat veel vind.”
Getackeld
Hoogleraar transportbeleid Bert van Wee denkt ook dat er goede stappen zijn gezet. „De NS en ProRail zijn duidelijk van goede wil, klachten worden binnen het redelijke getackeld. Vergeet niet dat ze ondertussen gewoon winst moeten maken.”
In theorie kan ProRail alle wissels door heel Nederland vervangen door winterbestendige exemplaren. Maar dat is zo duur, dat het niet aan te raden is, meent Van Wee. „Dan is het toch prima dat de meest cruciale zijn aangepakt? Met 20 procent van de kosten heb je dan misschien 80 procent van de baten te pakken. Al moet de aanpak zich in een strenge winter natuurlijk altijd nog eerst bewijzen.”