Christenen Syrië en Irak vechten terug
AMMAN. Iraakse en Syrische christenen hebben veel te lijden gehad onder het geweld van de afgelopen jaren. Maar inmiddels groeit het besef dat zij zich moeten verdedigen. Met wapens, welteverstaan.
Na de Amerikaanse invasie van Irak in 2003 begon onder vaak oorverdovend westers stilzwijgen de sluipende exodus van de christenen in dit land. Velen van hen kwamen in buurland Syrië terecht, waar echter in 2011 eveneens een bloedige burgeroorlog losbarstte. Deze oorlog bracht bij veel Syrische christenen een mentaliteitsverandering teweeg.
Ze kwamen tot de overtuiging dat ze zichzelf moesten bewapenen om hun families en gemeenschappen te beschermen. Voorbeelden hiervan zijn christenen in Sednaya en de ruim 1 miljoen christenen in de Syrische ”Vallei der christenen”. Maar ook Assyrische christenen in al-Hassakeh vochten zij aan zij met de Koerden.
In Irak is de Assyrian Patriotic Party begonnen met het rekruteren en bewapenen van christelijke vrijwilligers. De eerste christelijke militaire eenheid is intussen opgericht en kreeg de naam Dukha mee, dat in het Assyrisch opoffering betekent.
De Assyrian Democratic Movement is de grootste Assyrische partij in Irak. Ze maakte onlangs bekend dat zich alleen al in de Koerdische provincie Dohuk ruim 2000 christelijke vrijwilligers hadden laten registreren voor deelname aan militaire christelijke eenheden.
Tot op heden is een gebrek aan wapens het grootste struikelblok en daarom heeft de Assyrian Democratic Movement contact gezocht met de Lebanese Forces. Deze hebben zich bereid verklaard om hun Iraakse geloofsgenoten militair en financieel bij te staan.
De Assyrische bewegingen in Irak zijn voor het aankopen van wapens gedeeltelijk afhankelijk van geld uit de westerse diaspora. Leveren deze gemeenschappen ook strijders?
David William Lazar is voorzitter van de in Chicago gevestigde American Mesopotamian Organization. Hij laat er geen twijfel over bestaan dat er „duizenden Assyrische christenen in het Westen zijn die naar Ninevé willen reizen om zich daar aan te sluiten bij beschermingseenheden die wij de komende weken en maanden gaan opzetten.”