De lichte vooruitgang doet zich voor over een brede linie en is het sterkst bij libellen en zoogdieren. Maar het zijn niet alleen plussen, want zo is bij dagvlinders en amfibieën nauwelijks of geen herstel gevonden. Voor het onderzoek is naar 1800 soorten dieren en planten gekeken.

Onduidelijk is waardoor het herstel komt. Er zijn aanwijzingen dat het mede het gevolg is van natuur- en milieumaatregelen van de laatste tientallen jaren. Het CBS heeft de resultaten van het onderzoek dinsdag gepubliceerd op natuurbericht.nl.

Het CBS boog zich over de vele natuurgegevens die in ons land voorhanden zijn dankzij onder meer het werk van duizenden vrijwillige veldwaarnemers. Veel planten- en diersoorten in Nederland zijn sinds 1950 sterk achteruitgegaan, maar vanaf 1995 gingen er veel niet verder achteruit of zijn ze zelfs iets vooruitgegaan.

De geconstateerde verbetering gaat over het totaalplaatje en is nog heel gering. Meer dan één op de drie soorten in Nederland is momenteel nog bedreigd. „Maar het is misschien toch een eerste zwaluw die een voorbode is van een zomer”, aldus een woordvoerster van het CBS.

De natuur staat onder druk door vernietiging van leefgebied, vermesting, verdroging en klimaatverandering. Veel planten- en diersoorten zijn daardoor in de knel gekomen. In de afgelopen 20 jaar zijn tegenmaatregelen genomen om onder meer uitstoot van milieubelastende stoffen terug te dringen. Ook gingen gebieden op de schop om natuurwaarden te herstellen.

De vooruitgang was voor afzonderlijke soorten al geconstateerd, maar tot dusver niet erg duidelijk hoe het er op landelijke schaal voorstaat.