Economie

Raad voor Werk en Inkomen start bescheiden

De Raad voor Werk en Inkomen (RWI) is bescheiden van start gegaan. Voorzitter J. Van Zijl zei donderdag allesbehalve van plan te zijn „zonder voldoende analyse en kennis over de effectiviteit van het huidige beleid het hele beleid overhoop te halen.” Hij sprak tegen dat zijn organisatie als „waakhond van de arbeidsmarkt” zou gaan fungeren, zoals deze week in een artikel werd gesuggereerd.

Redactie economie
1 February 2002 10:49Gewijzigd op 13 November 2020 23:23

Officieel is de RWI per 1 januari van start gegaan. Donderdag vond de „feestelijke startbijeenkomst” plaats. De instelling van de RWI is onderdeel van de nieuwe structuur van de sociale zekerheid en arbeidsbemiddeling, waarin de mogelijkheden mensen aan werk te helpen centraal staan.

De Raad, waarin organisaties van werkgevers, werknemers en gemeenten zitten, gaat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) adviseren over het terrein van werk en inkomen. De geïnstitutionaliseerde betrokkenheid van de gemeenten op dit vlak is nieuw.

Van Zijl zei een weloverwogen, systematische werkwijze voor ogen te hebben. De RWI zal volgens hem echter niet schromen onorthodoxe voorstellen te doen. Hij schetste het beeld van een ijverige mier, de huisstijl van de organisatie. „xxxWaar een enkele mier niet tot zo veel in staat is, weten we allemaal wat een goed georganiseerd samenwerkingsverband van deze kleine insecten tot stand kan brengen.”

De Wet structuur uitvoering werk en inkomen (SUWI), waarin de organisatiestructuur van de sociale zekerheid en arbeidsbemiddeling is vervat, bepaalt dat de RWI ten minste eenmaal per jaar een „belangrijk richtinggevend” beleidskader op het gebied van werk en inkomen presenteert aan de minister van SZW. Deze voert met de Raad overleg over de gedane voorstellen en wijkt hiervan alleen met redenen omkleed af.

„Het enige dat mij interesseert, is of het werkt. Doelmatigheid en doeltreffendheid zijn voor mij de criteria. Ik heb behoefte aan adviezen die onmiddellijk in het beleid kunnen worden verwerkt. Alleen op die manier kan de RWI gezaghebbend worden”, zo maakte minister Vermeend (SZW) kenbaar wat hij van de nieuwe organisatie verwacht. Hij beloofde „met dezelfde snelheid waarmee de RWI met adviezen komt” te zullen reageren.

Het eerste advies, onder meer over gesubsidieerde arbeid, zal al in maart verschijnen. De minister is gewaarschuwd. Vermeend kan zich de denktank van Zijl moeilijk voorstellen in een rol als waakhond. „Ik zie de RWI vooral als inspirator en stimulator van alles wat met de arbeidsmarkt heeft te maken.” Op extra geld hoeft de RWI voorlopig niet te rekenen. „Een startbijeenkomst in Madurodam noopt tot bescheidenheid.”

Een van de belangrijkste eerste taken is het systematisch verzamelen van gegevens. „Veel opvattingen, weinig feiten”, karakteriseerde Van Zijl de huidige situatie. Zo bestaat weliswaar het vermoeden dat de Melkertbanen hebben bijgedragen aan de kwaliteit van de collectieve dienstverlening, maar of dat werkelijk zo is, kan niemand vertellen.

„Dit vele niet weten zou ons allemaal een beetje treurig moeten stemmen. Het gaat immers om het oplossen van grote maatschappelijke vraagstukken, waar maar liefst 5,5 miljard euro aan publieke middelen voor beschikbaar wordt gesteld.”

Hoogleraar E. Bomhoff van de Economie Universiteit Nijenrode kon zich goed vinden in deze analyse. De „grote gaten in onze kennis” werken volgens hem in de hand dat ieder idee op het terrein van de arbeidsmarkt wordt gesmoord in „zwaar ideologisch beladen debatten over de verhouding tussen de publieke sfeer en het private domein.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer