Kerkeis ter discussie in vrijgemaakte kring
In veel gereformeerd vrijgemaakte instellingen geldt nog steeds de voorwaarde dat werknemers lid moeten zijn van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Die ’kerkeis’ roept echter steeds meer vragen op, merkt woordvoerder J. Bakker van het Gereformeerd Maatschappelijk Verbond (GMV).
Bakker zei dat vrijdag naar aanleiding van het arbeidsconflict bij het van oorsprong gereformeerd vrijgemaakte Nederlands Dagblad. Bij het ND moeten redacteuren de gereformeerde belijdenisgeschriften onderschrijven, maar ze hoeven niet gereformeerd vrijgemaakt te zijn. In het gereformeerd onderwijs geldt die eis wel.
„Er worden steeds meer vragen bij de kerkeis gesteld”, constateert Bakker. Hij kent meerdere gevallen van leerkrachten die zijn ontslagen omdat ze naar een ander kerkgenootschap zijn overgestapt of zijn meegegaan met de zogeheten nieuwe vrijmaking in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Een groep behoudende leden heeft zich daarbij afgescheiden uit onvrede over „onbijbelse” ontwikkelingen in het kerkgenootschap.
Het GMV heeft opgeroepen tot een discussie over de noodzaak van de kerkeis. Zolang die nog bestaat, vindt het GMV dat werkgevers zich „coulant” moeten opstellen tegenover werknemers die ze op grond van gewijzigd kerklidmaatschap ontslaan. Dat betekent volgens Bakker hulp bij het vinden van een nieuwe baan en een ruimhartige financiële tegemoetkoming.
Gereformeerde scholen schrikken volgens Bakker terug voor afschaffing van de kerkeis uit angst om overheidssubsidie te verliezen. De overheid financiert bijzondere scholen immers omdat ze bijzonder zijn. Door afschaffing van de kerkeis kan het specifiek gereformeerd vrijgemaakte karakter en daardoor de overheidssubsidie in gevaar komen, zo redeneren de scholen volgens Bakker.