Dat stelt de Raad voor Strafrechtstoepassing in een advies aan de overheid dat donderdag in Nieuws­uur bekend werd gemaakt.

Wel zou de overheid kunnen bekijken of ze eerder en meer hulp kan verlenen aan ongewenst zwangere vrouwen. Ook kan de mogelijkheid van „semi-anoniem bevallen” worden overwogen, aldus de raad.

Daarbij zouden de gegevens van de moeder alleen bij een centraal orgaan bekend worden gemaakt, zoals in Duitsland gebeurt. Die gegevens kan het kind opvragen als het 16 jaar is. In Nederland wordt de naam van de biologische moeder altijd op de geboorteakte van het kind vermeld.

In september worden in Papendrecht en Groningen in totaal twee vondelingenkamers geopend. Daarin zijn behalve een commode, een wieg en een stoel ook folders met informatie in verschillende talen aanwezig. De moeder kan met een alarmknop hulp inschakelen, maar ze kan haar baby ook geheel anoniem achterlaten.

De raad verwacht dat er slechts enkele baby’s per jaar te vondeling gelegd worden in de kamers.

Er is weerstand tegen de vondelingenkamers bij de Raad voor de Kinderbescherming. Ook staatssecretaris Teeven (Justitie) liet zich eerder negatief uit over het plan. Volgens Teeven is het anoniem achterlaten van kinderen strafbaar. Daarop verzocht hij de Raad voor Strafrechtstoepassing om een onderzoek naar juridische mogelijkheden om de oprichting van een vondelingenkamer tegen te gaan.

De Fiom (Federatie van Instellingen voor Ongehuwde Moeders) keert zich tegen vondelingenkamers. „Vroegtijdige en laagdrempelige hulp aan zwangere vrouwen moet centraal staan.” Directeur-bestuurder Rineke van Kessel van Fiom: „Een kind dat bij een vondelingenkamer wordt afgegeven zal niet weten wie zijn biologische ouders zijn. Kinderen die niet weten van wie ze afstammen, hebben op latere leeftijd een grote kans op identiteitsproblemen.”

Siriz, het voormalige VBOK, kon vrijdagochtend nog geen reactie geven.