Zomerserie Bijbelse graven: Ezra
Dit is het achtste deel in een negendelige serie over –al dan niet authentieke– graven van personen uit de Bijbel. Volgende week woensdag deel 9.
Persoon
De priester Ezra leidde het Joodse volk in 458 voor Christus na de ballingschap in Babel terug naar Jeruzalem.
„Deze Ezra toog op uit Babel; en hij was een vaardig schriftgeleerde in de wet van Mozes” (Ezra 7:6).
Plaats
Op de westoever van de Tigris, in de provincie Amarah in het zuidoosten van Irak, bevindt zich de graftombe van Ezra. Het graf valt buiten het controlegebied van IS en is daarmee tot op heden gevrijwaard van de vernietigende dreiging die de graftombe van Jona bij Mosul wel fataal werd. De schrijn is uniek: eeuwenlang was dit zowel een islamitisch als een Joods heiligdom. De synagoge wordt niet meer gebruikt na de massale Joodse exodus uit Irak, maar is nog wel goed onderhouden. In de graftombe zijn Hebreeuwse inscripties rijkelijk aanwezig. De koepel bestaat uit blauwe mozaïeken.
Oorsprong
Volgens de Joodse geschiedschrijver Josephus werd Ezra in Jeruzalem begraven, maar in de 11e eeuw ontstond in Irak een levendige graftraditie. Door de grillige loop van de Tigris moest de tombe soms elders herbouwd worden.
Betekenis
De graftombe is nu een bedevaartsoord voor sjiieten in Zuid-Irak, die Ezra kennen als de profeet Uzair. Eeuwenlang was de graftombe een zeldzaam voorbeeld van gedeelde traditie. Zo schreef de Joodse reiziger Benjamin van Tudela in de 12 eeuw hoe het graf door zowel Joden als moslims werd bezocht. Het graf lag op een belangrijke handelsroute. Joodse handelaren die tussen India en Egypte reisden, brachten onderweg vaak tegen betaling een bezoek aan het graf. Ook in later tijden deed het graf dienst als rustpunt onderweg, blijkt uit het verslag van de Britse militair T. E. Lawrence in 1916.