Wolkenkrabbers én wenkkrabben

Hongkong was veruit het grootste slachtoffer van de dodelijke longziekte SARS. Bijna 300 mensen overleefden de virusaanval niet en toeristen meden massaal de Aziatische miljoenenstad. Nu het sein weer op veilig staat, zetten de autoriteiten alles in het werk om het consumentenvertrouwen te herstellen. Dat de fascinerende metropool behalve glanzende wolkenkrabbers en ultrasmalle torenflats ook een groene achtertuin heeft, is een verrassende kant van de voormalige Britse kroonkolonie.

Willem H. Smith
9 January 2004 15:34Gewijzigd op 14 November 2020 00:52
Dat Hongkong behalve glanzende wolkenkrabbers en ultrasmalle torenflats ook een groene achtertuin heeft, is een verrassende kant van de fascinerende metropool.
Dat Hongkong behalve glanzende wolkenkrabbers en ultrasmalle torenflats ook een groene achtertuin heeft, is een verrassende kant van de fascinerende metropool.

Een ”fastferry” trekt een witte streep door de loodgrijze Zuid-Chinese zee. De golfslag van een tegemoetkomende jonk doet de boot van Hong Kong Dolphinwatch flink schommelen, zodat de passagiers ijlings houvast zoeken. De bedrijvigheid op Chek Lap Kok eist al snel de Hollandse aandacht op. Het baggerbedrijf Ballast Nedam had bij de aanleg van deze nieuwe buitengaatse luchthaven aan de rand van het eiland Lantau een belangrijk aandeel. Het klaren van de mammoetklus betekende dat piloten niet langer gebruik hoeven te maken van de bloedstollende aanvliegroute van het oude vliegveld Kai Tak. De toestellen vlogen rakelings langs flatgebouwen, waardoor de bewoners niet over inkijk hadden te klagen. Of juist wel, natuurlijk.

De nieuwe landingsbanen kalfden ten noorden van Lantau het leefgebied van de ”Sousa chinensis” aanmerkelijk af. De groep Chinese witte dolfijnen, waarvan er enkele roze blijken te zijn, koos sowieso niet bepaald een fraaie plek om te wonen. Schoorstenen, hijskranen, silo’s en containers bepalen het beeld boven de waterlijn. Bovendien is het leefgebied van de ”Bai Ji”, met talloze schepen op weg van en naar Hongkongs haven, verre van rustig.

Mascotte

Hoewel de dolfijn sinds 1997, toen de Britse kroonkolonie opnieuw in Chinese handen kwam, de officiële mascotte van de stad is en de belangstelling voor het beest daardoor flink aanwakkerde, lijken zijn dagen geteld. Overbevissing, druk scheepsverkeer en vervuiling eisen een hoge tol. De ophoping van DDT (dat pas in 1988 in Hongkong verboden werd), pcb’s en andere chemische verontreinigers in het lichaam brengen zowel het immuunsysteem als het vermogen tot voortplanten in gevaar.

Niettemin zijn de ongeveer 200 dolfijnen een grote attractie en is er volgens Hong Kong Dolphinwatch 95 procent kans dat er tijdens een tripje één z’n snuit boven water steekt. Gebeurt dat niet dan mogen de opvarenden een volgende keer gratis mee.

Het duurt even, maar kapitein-eigenaar Bill Leverett heeft vanmorgen geluk. Aan stuurboord springt een dolfijn omhoog. Over het buitendek spoelt een golf van opwinding, waarbij menigeen net iets te langzaam is om het dier met een camera goed in beeld te krijgen. Binnen enkele seconden verdwijnt de rugvin weer onder water.

Bamboe steigers

De haven bepaalt zowel de sfeer als de economie van Hongkong, dat de Engelsen 99 jaar lang van de Chinezen leasten. Een rondvaart in de gerenoveerde veerboot ”Shining Star” biedt een fraai zicht op het ”Manhattan van het Oosten”, het zakencentrum Hongkong Island en het schiereiland Kowloon, waar je continu aan een werveling van kleuren en geluiden wordt blootgesteld. Tijdens het tripje komt de geschiedenis van de stad, die het Hong Kong Museum of History heel boeiend uit de doeken doet, ook ter sprake. Wat ooit begon als een samenklitting van enkele vissersdorpjes groeide uit tot een supercity ter grootte van de provincie Utrecht. Piepkleine appartementen in woontorens van dertig verdiepingen hoog, waarvan sommige in de steigers (van bamboe!) staan, bieden onderdak aan duizenden mensen.

In de dichtbevolkte metropool krioelt het verder van kantoren, winkels en eetgelegenheden. Viseters zullen zich verbazen over het even enorme als exotische aanbod van de Lei Yue Mum Seafood Bazaar op Kowloon. Over een lengte van anderhalve kilometer prijzen handelaren hun waar aan, die in op straat uitgestalde aquaria rondzwemt. Je wijst een exemplaar aan om dat uiteindelijk in een restaurant van eigen keuze op te peuzelen. Verser kan niet. Met een schaartje knipt een gast een reuzengarnaal open.

Zwartkoplepelaars

De vele parken in het centrum doen burgers en toeristen even ontsnappen aan het stadsgewoel. Je mond valt open van verbazing als je vlak bij de 5 kilometer lange winkelstraat Nathan Road kwakken in boomtoppen ontdekt. In Nederland verschuilen de gebochelde reigertjes zich diep in de Biesbosch.

Hoewel de indrukwekkende skyline anders doet vermoeden, blijkt 40 procent van het grondgebied óf beschermd óf bedoeld voor natuurrecreatie. Oké, de Aziatische zwarte beer, de Chinese tijger, het wild zwijn, de zoutwaterkrokodil en de olifant struinen er niet meer rond, maar wel de muntjak, een hertje dat je ’s nachts kunt horen blaffen. En in het Tai Mo Shan-woud in The New Territories is weer een horde resusaapjes gesignaleerd.

Noordelijk in dit aan China vastgekoppelde achterland liggen de Mai Po Marshes, een plek waar vogelaars van beginnen te glunderen. Je komt er alleen binnen met een vergunning, waarschijnlijk mede omdat het moeras de grens van de Volksrepubliek raakt. Achter het hoge traliehek patrouilleren militairen en ontwaar je de miljoenenstad Shenzhen. Het getijdereservaat aan de mond van de vuile Pearl River, waar het Wereld Natuur Fonds sinds 1983 een beetje de lakens uitdeelt, staat internationaal hoog aangeschreven als een etappe in de lange trekvogelroute tussen Siberië en Australië. Duizenden vogels scharrelen op de slikken en tussen mangrovestruiken hun kostje bij elkaar. Ze verschalken bijvoorbeeld modderkruipers die hun kopje uit de bagger steken.

Andere vissen, reptielen, amfibieën, insecten en zoogdieren profiteren eveneens van de Mai Po Marshes. Kleurrijke wenkkrabmannetjes lokken met hun enorme wenkschaar vrouwtjes. Alsof ze viool spelen. Regelmatig duikt ook de civetkat in het moeras op, overigens de mogelijke overbrenger van het gevreesde SARS-virus.

Wiebelende loopplanken op drijvende tonnen leiden naar een kijkhut die uitzicht biedt op een vette moddervlakte. Enkele doorgewinterde vogelspotters kunnen hun geluk niet op als ze binnen mum van tijd ’hun’ zwartkoplepelaar hebben gescoord. Een kwart van de wereldpopulatie van deze superzeldzame waadvogel leeft hier. En dan te bedenken dat dit toevluchtsoord oorspronkelijk een complex van vis- en garnalenkweekvijvers was. Reusachtige ijsvogels hebben hun stekje gekozen bij enkele van deze ”gei wai” die nog in bedrijf zijn.

Autovrij

Op Tap Mum doet niets meer terugdenken aan het jachtige stadsleven. Op weg naar het ”graseiland” in de oostelijke uithoek van The New Territories zweeft een witbuikzeearend -een van de zes in Hongkong- boven het bootje van Big Gap Ferry Service. Als de ”Tsui Wah” een uurtje later het haventje bereikt, zijn de opvarenden amper 2 euro armer en ze krijgen een kolonie zilverreigers, een Smyrnaijsvogel en gezonde lucht op de koop toe.

Een groep stokoude vrouwen staart de vreemdelingen stilzwijgend aan en trekt zich, als de camera’s te dichtbij komen, in hun huisjes terug. Vanuit het autovrije dorpje leidt een kronkelpad wandelaars langs metershoge kliffen en een traditionele Chinese begraafplaats. Een uurtje later sta je uitgewaaid weer bij het haventje.

Behalve Tap Mum zijn er nog tientallen eilandjes, die nauwelijks door toeristen worden bezocht. Cheung Chau, dat vanaf de ferrypier in de ”City of Life” het snelst is te bereiken, vormt daarop een uitzondering. In het Urk van Hongkong is het een drukte van belang. Vissers verhandelen hun vangst in het haventje, waarin honderden kleurrijke bootjes dobberen. Ze wegen de nog levende vis af en ontdoen hem desgewenst van schubben en vinnen. Op de kade lijken fietsen en een soort gemotoriseerde golfkarretjes het rijk alleen te hebben. Als wandelaar moet je oppassen om niet omver te worden gereden, waarbij het een geruststellende gedachte is dat er op het eiland wel een ambulance (een driewieler!) en een ziekenhuis is.

Nepgarnalen

Druk is het ook rond het klooster Po Lin op het grote eiland Lantau. Het complex ligt tussen de luchthaven Chek Lap Kok en het Shek Pik-reservoir, dat via een ondergrondse pijplijn Hongkong van water voorziet. Onderweg naar het religieuze complex passeert de bus de strengbeveiligde Ma Po Ping-gevangenis. De weg stijgt en op een bewolkte dag is de kans groot dat een nevelsluier het zicht op ’s werelds grootste zittende boeddhabeeld aan het oog onttrekt.

Op de parkeerplaats komt de geur van wierook je al tegemoet en klinkt uit luidsprekers het monotone ’gezang’ van monniken, die er een restaurant runnen. Voor omgerekend 12,50 euro serveren ze een vegetarische lunch van zes gangen op een geel tafelkleedje.

Na de paddestoelensoep, nepgarnalen en zoete leliebollen wacht een bezoek aan de Big Buddha, want dat is bij de prijs van de maaltijdticket inbegrepen. Na 260 traptreden sta je aan de voeten van het 43 meter hoge holle gevaarte van gesmolten koper. Wie zich die moeite wil besparen, moet tot eind 2005 geduld hebben. Dan gaat er een kabelbaan naar de minzaam glimlachende afgod. Dit tochtje over de bergen begint in Tung Chung en zal ongeveer een kwartier in beslag nemen. Inzittenden zullen op spectaculaire vergezichten getrakteerd worden. In ieder geval zal het nieuwe Disneyland, dat dan ook net open is, vanuit de cabines goed te zien zijn.

De Hong Kong Tourism Board -het verkeersburo van Hongkong- heeft geen vestiging in Nederland. Een Engelstalig informatiepakket wordt gratis toegestuurd door het kantoor in Frankfurt. Het adres is: Humboldstrasse 94, 60318 Frankfurt, Duitsland. Of mail naar frawwo@hktb.com. Meer info: www.discoverhongkong.com.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer