Eiland van geitenkaas en aloë vera

De stranden in het zuiden zijn beroemd, maar wie het binnenland in trekt, stuit ook op fraaie plekken. Het landschap van Fuerteventura, een van de Canarische eilanden, heeft verschillende gezichten. Tijdens een tocht door deze streek van geitenkaas en aloë vera geniet de toerist niet alleen van fraaie vergezichten, maar struikelt hij ook over grofvuil dat inwoners schaamteloos in de vrije natuur dumpen.

9 January 2004 15:00Gewijzigd op 14 November 2020 00:52

Wie vanaf het vliegveld bij de hoofdstad Puerto del Rosario via de FV-1 naar de noordelijke kustplaats Corralejo rijdt, komt al snel onder de indruk van de diversiteit van het landschap. Het eerste deel van de bijna 40 kilometer lange route kenmerkt zich door kale, dorre vlakten met af en toe een bedrijventerrein. Een groot reclamebord van Coca-Cola en een kanariegele bus die ergens langs de weg staat, vormen de kleurrijkste objecten die tijdens de eerste kilometers zichtbaar zijn.

Aan de ene zijde van de weg kun je de golven van de Atlantische Oceaan op de kust zien slaan. Bij een blik in de andere richting bepaalt eerst een steenachtig gebied het uitzicht, dan een typisch vulkaanlandschap, gevolgd door een enorme, licht glooiende witte zandvlakte met schaarse begroeiing. Na een stevige windvlaag moeten er soms bulldozers aan te pas komen om de weg zandvrij te maken en automobilisten weer een vrije doorgang te garanderen.

Tropische sfeer

Wie naar het strand wil, zet zijn voertuig langs de weg en trekt met een rugzakje door het mulle zand richting de zee. De badgasten zijn voor een belangrijk deel afkomstig uit het Beach-hotel, dat ineens flathoog in het landschap staat. Rond deze accommodatie zijn behalve winkels een wind- en kitesurfcentrum gevestigd. Deze kleine toeristische agglomeratie is een voorbode van wat even verderop opdoemt. In Corralejo klontert een massa toeristen in rijen hotels en appartementen samen. Witgepleisterde huizen en palmbomen roepen een tropische sfeer op.

Bejaarde Spanjaarden wisselen op hun leugenbankjes de laatste nieuwtjes uit, terwijl de strandgasten zo’n beetje aan hun voeten liggen. Op de markt proberen overwegend Afrikaanse verkopers onder blauwgroene zeiltjes lederwaren, sieraden en houtsnijwerk aan de man te brengen, waarbij ze potentiële klanten soms letterlijk bij de hand nemen. Ze stellen alles in het werk om de kijker tot koper te maken. Het haarvlechten, een specialiteit van Singalese vrouwen, blijkt een geliefde bezigheid waarvoor ook menige Europese dame zich laat strikken.

Vogelaars

Hoewel Corralejo in het uiterste noorden ligt, behoort een dagtocht naar het zuiden van Fuerteventura tot de mogelijkheden, want afstanden zijn hier niet extreem groot. Het eiland is 100 kilometer lang en op z’n breedst 30 kilometer. Een route door het binnenland neemt meer tijd in beslag dan via de kustweg, maar heeft z’n eigen charme. Ook hier zijn de uitzichten divers, waardoor onderweg regelmatig de behoefte ontstaat om uit te stappen voor een wijde blik.

Het wisselende karakter van het landschap komt ook tot uitdrukking in de verschillende vogelpopulaties die hier te vinden zijn. Vogelaars gaan de ene dag op zoek naar Canarische paapjes en woestijnvinken, terwijl ze een ander moment in de vlaktes rond Tindaya en Tefia kraagtrappen en renvogels in beeld proberen te krijgen.

Wie aan het massatoerisme wil ontsnappen, heeft op Fuerteventura alle gelegenheid in eenzaamheid te wandelen en rust in te ademen. Muda, met 68 meter de hoogste berg in het noordelijke deel van het eiland, daagt de sportieve vakantieganger uit vanuit de hoogte de omgeving te overzien. Een oude koelkast, aftandse auto-onderdelen en ander grofvuil dat her en der werd gedumpt, vormen hier een storend element.

Windmolens

Op diverse plaatsen staan karakteristieke molens als monumenten in het veld. Ze zijn over het algemeen niet meer in bedrijf, maar vormen een dankbaar foto-object. De bejaarde Spanjaard Guillermo de Leon scharrelt wat rond tussen zijn woning en de bijbehorende molen in de buurt van Tefia. De belangstelling voor zijn terrein stemt hem vrolijk en hij wenkt de bezoekers om een blik in zijn huiskamer te werpen, die volgepropt staat met tal van meubels.

Iets zuidelijker ligt Betancuria, gesticht in de vroege vijftiende eeuw en genoemd naar veroveraar van het eiland: Jean de Bethencourt. Tot 1838 was deze plaats, die nu 500 inwoners telt, de hoofdstad van Fuerteventura. Er stoppen regelmatig bussen vol toeristen voor een bezoek aan de Heilige Maria-kerk en een historisch museum, waar klederdrachten en oude ambachten vroeger tijden laten herleven.

Fleurige bloembakken aan de gevels bieden het kleine centrum een vrolijke aanblik. Lange tijd vormden monniken een vast onderdeel van de bevolking. De meesten woonden in het fransiscanenklooster van Betancuria. Een van de geestelijken verkoos volgens de overlevering een leven als kluizenaar en trok zich terug in een grot.

Het klooster werd in 1414 gesticht en in 1460 uitgebreid. Piraten richtten in 1593 forse schade aan, die in de zeventiende eeuw werd hersteld. In 1836 verloor het monnikenverblijf definitief zijn oorspronkelijke functie. Wat overbleef is een geraamte van de vroegere kloosterkerk, waarin nu koerende duivenpaartjes nestelen. Het dak is verdwenen, de wind waait ongestoord door een ingang zonder deur.

Geitenkaas

Even buiten Betancuria is Vina de Pepe (boerderij van Pepe) gevestigd, waar zo’n 800 geiten rondlopen. De geitenhouderij is kenmerkend voor Fuerteventura. Wie op het bedrijf rondkijkt, komt behalve geiten een kameel, konijnen en eenden tegen. Het restaurant ligt centraal. Van achter een kop koffie hebben bezoekers zicht op de stal en de ruimte waar de geiten worden gemolken.

Zowel bij ontbijt, lunch als diner op Fuerteventura komt de geitenkaas in verschillende smaken op tafel. In het winkeltje van Pepe zijn de kazen te koop, evenals Canarische wijnen en sauzen, die ook favoriet zijn bij vele maaltijden. In een aparte hoek zijn de internationaal bekende producten van aloë vera te vinden, afkomstig van de gelijknamige plant die op verschillende plaatsen op dit eiland bloeit.

Na een rit door het binnenland en bij stijgende temperaturen lokt opnieuw de kust. Op de route richting Las Parcelas buigt een weg af naar de oceaankant, waarvandaan bij helder weer Gran Canaria te zien is. Zo’n 25 meter verderop slaat het water met luid geraas tegen de rotsen, spat metershoog op en bezorgt verhitte wandelaars aangename verkoeling. In restaurant La Terraza serveert de ober zijn weinige gasten een koele dronk.

Een vader en moeder zitten met hun zoon op een rotsblok. Ze eten stokbrood met geitenkaas. Iets verderop liggen enkele jongeren op het zwarte zand in de brandende zon. Een moeder en een kind spelen beachbal, terwijl het zeewater de zwarte keien voor de kust een frisse glans bezorgt. Het afval dat her en der verspreid ligt, werpt een smet op deze rustieke plek. Verder rest slechts één vraag: Kan die veel te harde muziek in La Terraza uit? Het ruisen van de zee is mooi genoeg.

Meer informatie: Spaans Verkeersbureau, 070-3465900 of via www. spaansverkeersbureau.nl.

Museumnetwerk

Fue tevent ra is een van de oostelijk gelegen Canarische eilanden, gelegen voor de kust van Noordwest-Afrika, op een afstand van 1500 kilometer van de zuidwestelijke Spaanse kust. Wie met de historie van het eiland wil kennismaken, kan onder meer terecht bij het museumnetwerk ”Red de Museos de Fuertventura”. De zes aangesloten musea belichten elk een of meer aspecten van de culturele geschiedenis van het eiland.

Het ecomuseum in Tefia bijvoorbeeld toont zeven woningen die representatief zijn voor de traditionele architectuur van het eiland. In La Oliva kan de bezoeker terecht in een graanmuseum dat de geschiedenis van de landbouw voor het voetlicht haalt. Informatie over het verwerken van graan door de eeuwen heen is ook te vinden in Tiscamanita. Naast het informatiecentrum, gehuisvest in een traditionele eilandwoning, staat een karakteristieke windmolen. Een andere molen is te zien in Antigua, bij een museum dat de bezoekers informeert over de inheemse planten, waaronder cactussen en palmen.

In Puerto del Rosario is het voormalige hotel te bezichtigen waarin de uit Baskenland afkomstige filosoof en schrijver Miguel de Unamuno in 1924 vier maanden verbleef. Hij werd naar het eiland verbannen vanwege zijn verzet tegen de militaire dictatuur onder Primo de Rivera. In tegenstelling tot velen die het eiland een woestenij noemden, sprak hij van „een oase in de woestijn van de beschaving.” Het museumhuis roept de sfeer op zoals die was ten tijde van het verblijf van De unamuno. Foto’s en geschriften geven verder een beeld van de speciale band die de schrijver met het eiland had.

Op Fuerteventura zijn verschillende (Engelstalige) folders verkrijgbaar waarin de aangesloten musea overzichtelijk zijn gerangschikt, inclusief een kaart van het eiland waarop de locaties zijn aangegeven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer