Eiland van contrasten
Wuivende palmbomen en dorre cactussen. Vriendelijke valleien en troosteloze woestijnen. Zonnige stranden en mistige bergen. Isla Margarita. Een onvervalst stukje Zuid-Amerika in de Caraïben. Eiland van contrasten.
De hoofdstad van ”de parel in het Caraïbisch gebied” is een weinig opwindend, maar onverwacht groen provinciestadje. In het juist gerenoveerde fort in La Asuncion, ”Fuerte”, liggen kanonnen en kanonskogels voor het oprapen. Het dak biedt bezoekers een prachtig uitzicht over vriendelijke valleien en grijze bergtoppen.
De hoofdstad herbergt de oudste kerk van Venezuela: Catedral de Nueva Senora de la Asuncion. De leeftijd -van dik 400 jaar- is het gebedshuis aan te zien. Verveloze deuren, aangetaste muren. Enkele vrouwen verlaten juist de kerk. Een taxichauffeur wisselt enkele woorden met het drietal. Ze slaan een kruis en vervolgen hun weg.
Even buiten La Asuncion ligt het tropische park Laberinto met een bonte verzameling exotische planten en dieren. Een vogelspin kriebelt, een slang kronkelt, een aap klautert. Op de rand van de vijver zitten twee pelikanen. Grote griezels… gids Liza Hensema pakt een lange slang uit zijn kooi en hangt het beest om haar nek. „Hij doet niks, hoor.” ’t Zal wel. Elke uitzondering is er een te veel.
Boven in een palmboom hangen kokosnoten, pakweg 10 meter boven de grond. Een inlander klimt tegen de kaarsrechte stam naar boven, plukt een noot en laat zich weer naar beneden glijden. Met een hakmes klieft hij de kokosnoot in tweeën. „Er zit geen melk in”, wijst Liza. „Gewoon water.” Elke bezoeker een slokje.
Nieuw en oud
Het meest dynamische deel van het eiland is Porlamar. De stad kent twee gezichten: oud en nieuw. In Sambil, een sjiek, reusachtig winkelcomplex, kunnen bezoekers tegen Europese prijzen fraaie artikelen kopen. Bij de juwelier staat een bewaker met pistool, voor de bank een agent met pistool én geweer.
De keerzijde van Sambil is het oude centrum. Oud, chaotisch, verpauperd, maar ook kleurrijk en fascinerend. Het contrast is groot. „Zo’n 80 procent van de bevolking is arm tot zeer arm, 20 procent is rijk tot zeer rijk”, vertelt Liza. Het gemiddelde maandsalaris van de eilandbewoners ligt niet hoger dan 100 euro per maand.
Bananen en ananassen worden vanaf geladen kruiwagens op straat verkocht. Straatverkopers proberen hun (nep)merkartikelen te slijten. Zonnebrillen, haarbanden en kettingen. Maar ook veel kleding en schoenen.
Krakkemikkige auto’s en gedeukte busjes persen zich hortend en stotend door de smalle straten. Rijopleidingen beperken zich in dit land tot een rondje om de kerk. „Volg het voorbeeld van je voorganger”, is het enige devies.
Taxi
Een tochtje met een taxi is een must voor elke toerist. Vooral de bejaarde beestjes zijn een belevenis. Met een schok zet een grote Chevrolet zich in beweging. De taxichauffeur glundert. „Hello, my friend.” Voor de rest spreekt hij geen woord over de grens.
Het geluid van z’n Chevy heeft veel weg van een hijgende trekker. Hij geniet van de bezorgde blikken van zijn passagier. „No problemos.” Het voertuig rijdt, vervaarlijk zwabberend, over het wegdek. Maar het lukt. „Als ze hier APK invoeren, moet 80 procent van het wagenpark van straat verdwijnen”, verklaart de gids weinig bemoedigend. Maar ook dat lukt. Trots parkeert de chauffeur zijn Chevrolet op de stoep van het hotel. Voor 9000 bolivar (nog geen 2,25 euro) ruim een halfuur over de brede straten van Isla Margarita. Koopje.
Nog goedkoper zijn de talloze bussen. De bestemmingen zijn met witte verf op de voorruit gekalkt. Met versleten koppelingsplaten, drie afgebroken stoelen, een chauffeur en een conducteur baant het busje zich een weg door Oud-Porlamar. Even een hand opsteken is voldoende om het vehikel te laten stoppen. Desnoods om de 10, 20 meter. Afrekenen bij het uitstappen.
De inwoners van Isla Margarita laten zich niet gek maken. Waarom zou je je druk maken? „No stress”, is de grote lijfspreuk op het eiland, vertelt Liza. „Als een deur vandaag niet kan worden afgeschilderd, gaan we gewoon morgen verder.” Tegelijkertijd zijn de inwoners buitengewoon vriendelijk, hartelijk en behulpzaam. Zonder problemen duwen drie, vier Venezolanen een gestrande jeep weg, terwijl de buitenlandse gasten blijven zitten waar ze zitten.
Avontuur
De bergen van La Sierra vormen een uitdaging voor sportievelingen. Onder leiding van een gids kunnen avonturiers de 1000 meter hoge top beklimmen. Springend van steen tot steen en zwoegend en zwetend over steile paden.
Een absolute aanrader is een jeepsafari. Met een oranje Toyota-pick-up komt Marcello voorrijden. „Sixteen years old”, grijnst hij, wijzend op z’n stoere 4x4. De controlemeters op het dashboard functioneren niet meer. Een benzinelucht wijst op lekkage. Marcello grijnst alle bezwaren breeduit weg.
De open laadbak biedt plaats aan acht personen. Over cabine en laadbak is een tentdoek gespannen tegen de felle zon. Een megabooster dreunt onderweg vrolijke Zuid-Amerikaanse noten. Met twee sambaballen zwaaiend achter het stuur zet Marcello koers richting Macanao, de zandbak van Isla Margarita.
Links en rechts van de weg strekken zich eenzame woestijnachtige vlakten uit. Op de roodgekleurde grond staan cactussen in verschillende variaties, soorten en maten. Langs de kustlijn bevinden zich kleine nederzettingen, vissersdorpjes. Schamele behuizingen van wat palen, planken, doek en golfplaten.
Het lijkt de bewoners niet te deren. „Ze zijn gelukkig”, zegt gids Liza. Het leven kent hier een andere versnelling, een andere golflengte. De spaarzame inwoners van Macanao leven van vis en visserij. Een oude visser -gebruinde kop, grove werkhanden- komt even op de jeep toelopen. Hoe oud hij is? Hij weet het niet. „Ik ben de tel kwijtgeraakt.”
Marcello leeft zich uit. De jeep spurt vooruit door het ruige terrein. Steile hellingen, scherpe afdalingen. De chauffeur gooit zijn stuur om. De vrouwen achterin gillen. Marcello geniet en geeft een extra dot gas. Scheef hangt de jeep op z’n kant. Wauw!
Even verderop ligt Cabatucan. Vanaf deze ranch kunnen bezoekers te paard het woestijnlandschap verkennen. Ook geschikt voor absolute beginners. John geeft eerst instructies. „Niet te hard aan de teugels trekken, dan verwond je het paard.” De twee uur durende tocht -in de brandende zon- voert over een smal pad, dwars door een onherbergzaam woud van cactussen en door de bruisende branding van de zee.
Rodeo
Links en rechts steken de metershoge prikkers boven het pad uit. „Schoonmoederstoelen”, zeggen de Venezolanen veelbetekenend. Halverwege zet Dumbo het ineens op een lopen. Krampachtig houdt de ruiter in spe zich vast. John grijnst. „Your first rodeo.”
De tocht voert verder, naar boven. Op een heuveltop ontrolt zich een fenomenaal vergezicht. Strakblauwe lucht, achter de bergen van Macanao, rechts uitgestrekte cactusvelden van het wilde westen van Macanao, vóór het strand met een bruisende zee.
In de haven van Pampatar, aan de andere kant van het eiland, ligt La Rumba. Het bootje met bovendek biedt plaats aan een man of vijftien. De Caraïbische Zee deint onstuimig. Metershoge golven beuken op het bootje en spatten wild uiteen. In een mum van tijd zijn de zonaanbidders op het bovendek doorweekt. De eerste passagier hangt al vrij snel groen en geel over de reling.
Na twee uur varen gaat de La Rumba voor anker in prachtig turkooiskleurig water. Tijd om te snorkelen. Onder water ontvouwt zich een onverwachte rijkdom van koraalriffen, zandbanken, exotische vissen en… auw… zee-egels. Een snorkelaar graait per ongeluk in zo’n maritiem stekelvarken. Snel even gaan staan helpt ook al weinig. Een tweede zee-egel prikt met drie, vier stekels dwars door z’n zwemvliezen. De bemanning is echter op alles voorbereid. De kapitein peutert de stekels eruit. Met een vishaakje.
Voor meer informatie: Q International, tel. 055-5395800, www.QXXL.nl.
Alle dagen zon
De scepsis over het Caraïbische eilandje voor de kust van Venezuela verdwijnt bij nadere kennismaking als sneeuw voor de zon.
Isla Margriet klinkt duur, exotisch en onbereikbaar ver. Ver is het zeker. Martinair heeft met een Boeing 767 tien uur nodig om de afstand van dik 7500 kilometer om Porlamar te bereiken.
Exotisch is Isla Margarita ook. Het eiland herbergt het nodige aan Zuid-Amerikaanse cultuur, natuur en avontuur. Het aantal interessante kerken, kastelen en musea beperkt. Margarita lijkt daarmee bij uitstek geschikt voor toeristen die óf zon óf avontuur zoeken. Of beide. Voor windsurfen, snorkelen, diepzee duiken, hiking, parasailen en paardrijden zijn er tal van mogelijkheden. Wie na een weekje op het eilandje is uitgekeken, kan altijd nog een excursie maken op het vasteland van Venezuela.
En duur? Nee, duur is de bestemming vooral niet. Bezoekers krijgen vanaf 199 euro per persoon zes overnachtingen en alle dagen zon. Voor 299 euro zijn maaltijden en drankjes inclusief. Van de 365 dagen per jaar zijn er op Margarita zo’n 360 zonnig. De temperatuur varieert van 25 graden in januari tot 35 graden in november.
Eiland in drie delen
Isla Margarita is niet groter dan 67 bij 38 kilometer. Het stukje Caraïben, op 11 graden van de evenaar, is met een auto in een dag rond te rijden.
Margarita bestaat uit drie delen. Het eerste stuk is het groene, vruchtbare gebied rond het nationaal park La Sierra met bergen tot 1000 meter hoogte. Dit noordoostelijk deel biedt kleurrijke vissersdorpjes, enkele oude kerkjes, witte stranden en wuivende palmbomen.
Het tweede deel bevindt zich in het westen. Macanao kenmerkt zich door een onherbergzaam woestijnlandschap met veel cactussen. Het schiereiland kent nauwelijks bevolking en activiteiten. Een smalle zandbank en een brug verbinden de twee eilanden.
In dit derde deel ligt het nationaal park La Restinga. Deze 100 vierkante kilometer grote lagune met mangrovebossen is goed te doorkruisen met bootjes. In het park leven zeesterren, zeepaardjes, pelikanen, krabben, sponzen, algen, fregatvogels, parkieten, papegaaien en reigers.