Nederland wacht kans op terugkeer missie af
DEN HAAG (ANP). Nederland hoopt zo snel mogelijk en nog voor de winter terug te keren naar het rampgebied in Oost-Oekraïne om verder te zoeken naar menselijke resten en bezittingen van slachtoffers. Ook moet daar nog verder onderzoek plaatsvinden naar de toedracht en naar de schuldvraag van de crash van vlucht MH17. Wel wordt ervan uitgegaan dat het meeste menselijke materiaal en spullen inmiddels naar Nederland zijn gebracht.
Dat kwam maandag naar voren tijdens een briefing door de top van het leger en de politie, de anti-terreurbaas Dick Schoof en een topambtenaar van Buitenlandse Zaken in de Tweede Kamer. De repatriëringsmissie werd vorige week afgebroken terwijl pas een klein deel van het rampgebied was doorzocht.
Vlak voor dat besluit kreeg Nederland informatie dat zeker 800 mensen uit de regio systematisch wel het gehele rampgebied hadden doorzocht. Politiebaas Gerard Bouman zei dat deze zoektocht niet volgens de Nederlandse standaard gebeurde maar toch goed georganiseerd was. Daarbij werd nog weinig materiaal gevonden. In Kiev en Charkov zijn twee teams achtergebleven van in totaal zo’n 30 man. Zij onderhouden daar de contacten, verzamelen spullen die de inwoners mogelijk nog vinden en geleiden alles door naar Nederland.
De identificatie verloopt relatief snel. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) verwacht dat op 20 augustus DNA-profielen zijn vastgesteld van alle menselijke resten die zijn gevonden. Ongeveer 200 politiemensen en zeven officieren van justitie houden zich bezig met het opsporingsonderzoek. Nederland werkt daarin samen met andere landen maar heeft wel de leiding, evenals in het onderzoek naar de toedracht van de ramp. Dat gebeurt door de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV).
Het kabinet stopte de missie voorlopig vanwege de oplopende spanning door de Russische troepenopbouw aan de grens met Oekraïne en de toenemende risico’s door de gevechten tussen separatisten en het Oekraïense leger. De rampplek was in feite het oog van de storm. De Tweede Kamer toonde maandag begrip voor het besluit.
Commandant der strijdkrachten Tom Middendorp zei dat Russische troepen ook op Oekraïens terrein artillerie hebben ingezet. Hij sprak over een actieve en openlijke ondersteuning van de separatisten door het Russische leger, dat bezig is „dagelijks de grenzen op te rekken van hoe ver ze daarmee kunnen gaan”.