Thailand wil commercieel draagmoederschap verbieden
BANGKOK. Thailand wil een eind maken aan commercieel draagmoederschap. Een wet waarin dat wordt verboden is donderdag voorgelegd aan de junta, zeggen de autoriteiten.
Aanleiding is een spraakmakende zaak waarin negen baby’s gevonden werden in een appartement in Bangkok. Ze werden verzorgd door kindermeisjes en leken allemaal dezelfde Japanse vader te hebben. De zaak kwam aan het rollen toen een Thaise draagmoeder, Pattharamon Chanbua, een Australisch stel ervan beschuldigde haar gezonde dochter te hebben meegenomen maar het tweelingbroertje met het syndroom van Down in Thailand te hebben achtergelaten.
Door het schandaal kwam de Thaise, grotendeels ongereguleerde, draagmoederindustrie internationaal in de belangstelling te staan. „Nu is het juiste moment, aangezien de stappen (richting goedkeuring van de wet, red.) zijn gezet”, zei topambtenaar Rarinthip Sirorat van het ministerie voor Sociale Ontwikkeling en Volksveiligheid. „Het doel van de wet is zo goed mogelijk voor de baby’s te zorgen.”
Volgens het wetsontwerp wordt commercieel draagmoederschap verboden, op straffe van maximaal tien jaar gevangenis en boetes tot 200.000 baht (4600 euro). Bemiddelingsbureaus, adverteerders of wervers van surrogaatmoeders riskeren vijf jaar cel en een boete tot 100.000 baht (2300 euro). Chanbua kreeg naar verluidt 8000 euro voor haar draagmoederschap: een enorm bedrag in Thailand.
Surrogaatmoeders dragen het kind van een ander, in veel gevallen een geïmplanteerde embryo van een stel dat zelf geen kind kan krijgen.
Commercieel draagmoederschap is bijna overal verboden, ook in Thailand en Nederland. Toch is de praktijk wereldwijd in opkomst. In de praktijk hanteren landen als India, Oekraïne en Thailand vrij soepele regels, waardoor er vanuit rijke landen draagmoedertoerisme op gang is gekomen.
Alleen al vanuit Australië reizen naar schatting jaarlijks duizend echtparen naar het buitenland om via een draagmoeder een kind te krijgen.