Kamerleden hadden gevraagd om een brief van de minister over het geweld van de strijders van de Islamitische Staat (IS) tegen burgers in het noorden van Irak. Tienduizenden mensen van de minderheidsgroepering de Yezidi’s zouden voor IS de bergen in zijn gevlucht. Ze dreigen daar alsnog door IS vermoord te worden of van dorst en honger om te komen.

„De nood van de nieuwe groepen vluchtelingen is bijzonder hoog en verdient onmiddellijke aandacht”, schrijft Timmermans. Via diplomatieke kanalen in binnen- en buitenland dringt het kabinet hier „met stelligheid” op aan. De Nederlandse ambassade in Caïro staat over de situatie in contact met vertegenwoordigers van de Arabische Liga.

Daarnaast zijn de Nederlandse zorgen op het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag overgebracht aan de Iraakse ambassadeur. Die meldde dat zijn regering bereid is interne geschillen met de Koerden in het noorden van Irak opzij te schuiven om zo het geweld te kunnen stoppen. De ambassadeur gaf toe dat dat op het moment onvoldoende was. Hij vroeg om internationale steun om de situatie onder controle te kunnen brengen.

Een oplossing voor het geweld in Irak kan er volgens Timmermans alleen komen als alle Iraakse en regionale leiders samen streven naar een politieke oplossing. Hij noemt het in dat licht positief dat het Iraakse parlement het eens is geworden over een nieuwe parlementsvoorzitter en een nieuwe president van Irak.

Volgens Timmermans is er geen gebrek aan geld voor humanitaire noodhulp. Saoedi-Arabië heeft daarvoor al 500 miljoen dollar beschikbaar gesteld.