Kerk & religie

Vergeten

Jozua 4:21, 22

7 August 2014 07:18Gewijzigd op 15 November 2020 12:14

„Wanneer uw kinderen morgen hun vaders vragen zullen, zeggende: Wat zijn deze stenen? Zo zult gij het uw kinderen te kennen geven, zeggende: Op het droge is Israël door deze Jordaan gegaan.”

Dat God Zijn zegen van ons afwendt, komt doordat wij de God van ons heil, Die grote dingen aan ons land gedaan heeft, en Zijn wonderdaden vergeten (Ps. 106:13 en 21, 22). Wij laten God varen, Die ons gemaakt heeft, en versmaden de Rotssteen van ons heil (Deut. 32:15). De na­komelingen hebben geen kennis en hebben veel minder gevoel van deze zaken. Zo komen ze tot een heilloos en werelds leven en een gruwelijke ondankbaarheid, die zijn oorsprong vindt in on­wetendheid en onachtzaamheid.

Een roemwaardig man wiens woorden wij hier invoegen, zegt: „Er worden er bij honderden gevonden die zo onwetend zijn van Gods werken in de geschiedenis dat men hun waarlijk wel met verwondering vragen mag, met zinspeling op de vraag der discipelen aan Christus: „Zijt gij vreemdelingen, die niet weet wat daarin deze dagen of in vorige jaren in ons land geschied is?” (Lukas 24:8). Hoe kunt u dan uw kinderen de daden Gods voorhouden?

Anderen verzuimen het door onachtzaamheid. Zij zijn slordige en ijverloze vaderlanders, die weigeren boeken te lezen waarin Gods grote daden en weldaden aan ons land bewezen, worden verhaald. Ze tonen klaar welke genegenheid zij tot hun vaderland hebben; ja, dat zij vervallen zijn tot de snoodste ondankbaarheid jegens God. Het ware wel te wensen dat wij ook elk jaar een gedenkdag hielden, zoals de Joden het Pascha hielden.

Abraham van de Velde,

predikant te Middelburg

(”Wonderen des Allerhoogsten”, 1677)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer