Identificatieteams hebben het zeer zwaar
DEN HAAG (ANP). Wat de leden van de identificatieteams in Oekraïne aantreffen, is „met geen pen te beschrijven”. Dat zei de korpschef van de Nationale Politie, Gerard Bouman, maandag tijdens de bijeenkomst met de Tweede Kamer over de ramp van het toestel van Malaysia Airlines. De meeste slachtoffers van de crash zijn vorige week overgebracht naar een kazerne in Hilversum.
Al zijn de leden van die teams nog zo ervaren en door de wol geverfd, ze hebben het er vaak vreselijk moeilijk mee, zo bleek uit de woorden van de politiebaas. „Het is zeer moeilijk te verwerken.” Wat in de zakken met menselijke resten wordt aangetroffen, is „echt afschuwelijk”, meldde Bouman. „In stukken en brokken bij elkaar, groot en klein. Sommige stukken zijn ook nog verbrand of zwaar beschadigd.” Om hoeveel mensen het allemaal gaat, is daardoor niet exact te zeggen.
Hij kan ook echt niet de garantie geven dat alles in Oekraïne wordt teruggevonden, want daarvoor is er op de rampplek ook nog eens veel te veel gebeurd. „Het is zeer de vraag wat we daar vinden.” Bouman en zijn medewerkers hebben dat ook besproken met de nabestaanden.
Hij bespeurt verder alleen maar goede wil onder zijn mensen om de zaken zo goed mogelijk ten einde te brengen. Mensen gaan op vrijwillige basis naar Oekraïne, maar het kost geen enkele moeite om welwillenden te vinden.