Kinderzegen in weg van geloof en gehoorzaamheid
De kinderzegen is een zaak van gehoorzaamheid aan de opdracht van de Heere in de gelovige overgave aan Hem, schrijft ds. J. Lohuis.
Recent besteedde deze krant aandacht aan grote gezinnen. Terecht is gesteld dat de kinderzegen niet gekoppeld mag worden aan het getal. Immers, het getal is een zaak van de Heere, Die alleen het leven geeft. „God stelt de gezinnen samen”, zo schreef een godzalig man aan ons na de geboorte van een van onze kinderen. Die brief heeft ons toen goedgedaan.
Grote gezinnen zijn uit de tijd. Wij krijgen geen kinderen meer, maar wij nemen kinderen. Dat denken wij tenminste. Maar vruchtbaarheid is een gave. De Heere is altijd nog Degene Die leven geeft. Ongewild kinderloze echtparen kennen veel verdriet. Hanna goot haar ziel uit voor de levende God en maakte haar verdriet aan Hem bekend.
Vruchtbaarheid is ook een opgave. De Heere heeft gesproken: „Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt.” Het Bijbelse motief om kinderen te krijgen is gehoorzaamheid, opdat Zijn raad vervuld en Zijn Huis vol worde. De bede ”Uw Koninkrijk kome” mag dan ook niet losgekoppeld worden van de bereidheid om kinderen te ontvangen. Dat dit met zowel vreugde als moeite gepaard gaat, bewijst de praktijk van het gezinsleven.
Vragen
Deze Bijbelse opdracht kan veel vragen met zich meebrengen. De opdracht tot vermenigvuldiging betekent niet een maximaal aantal kinderen ter wereld brengen. Ook in dezen heeft de man met verstand (geheiligd verstand wel te verstaan) bij zijn vrouw te wonen. Er kunnen zo veel zorgen zijn na een bevalling. Er kan zo tegen een nieuwe zwangerschap worden opgezien. Er gaat nog zo veel door het hoofd van een vrouw die net een kindje ter wereld heeft gebracht. Daaraan mag nooit lichtvaardig voorbijgegaan worden.
Geheiligd verstand vraagt en tast naar de wil van de Heere. Wat is dan de weg? Het gebruik van voorbehoedmiddelen lijkt de makkelijkste weg te zijn. Je gaat vragen uit de weg en zoekt slechts het eigen genot. Deze weg is niet Bijbels! De laatste decennia zijn periodieke onthouding en gezinsplanning in zwang geraakt. Maar ook die weg lijkt mij niet Bijbels. Stelt God dan nog de gezinnen samen of doen wij het zelf? Is dat het gebruik van het geheiligde verstand of van ons natuurlijke verstand?
De Bijbelse weg is de weg van het gebed. Gebed en huwelijkse gemeenschap sluiten elkaar niet uit maar in. Het gaat bij de gemeenschap tussen man en vrouw niet om het krijgen van kinderen, maar wel om de bereidheid om kinderen te ontvangen voor de Heere. Wie is bereid tot gehoorzaamheid? Wie is bereid om Gods raad te dienen? Dat kost offers op vele terreinen. Bij grote gezinnen kan er minder aandacht zijn tussen man en vrouw. Er moeten wellicht financiële offers gebracht worden. Het kost moeder en vader veel tijd en energie. In een groot gezin is niet alles mogelijk wat misschien in een klein gezin wel zou kunnen.
Wat is het moeilijk om onze weg in Gods hand over te geven. Wij houden het roer graag zelf in handen. Bereidheid om kinderen te ontvangen kan alleen na een intense gebedsworsteling. Na de geboorte van een kindje mogen man en vrouw niet eerder samenkomen dan na gebedsovergave aan de Heere. De man gaat daarin voor, maar ook voor de vrouw behoort dit een zaak van gebed te zijn. De man heeft geduld en wacht in liefde op zijn vrouw. Overgave is een zaak van liefde en daarmee heel iets anders dan doffe berusting.
Veel gebed
Als wij werkelijk onze nood bij de Heere mogen brengen én deze bij Hem mogen laten, dan zijn wij onze zorgen kwijt. Dan mogen wij God God laten en Hem laten regeren in ons leven. Dan is er een heilige ontspanning. Juist in de bedding van het gebedsleven bloeit de liefde tussen man en vrouw. Dan is alle spanning voor de komst van een kindje weg.
Zijn dan alle zorgen weg? Nee, maar wat opent deze weg van overgave een heilige vrijmoedigheid in het gebedsleven. Juist als wij in Zijn wegen mogen wandelen, mag er in het gebed een vrijmoedig roepen zijn om Zijn hulp en bijstand. Want als God de gezinnen samenstelt, dan is ons gezin Zíjn zaak. Dan wil Hij verrassend hulp schenken, ook wanneer wij het allerminst verwachten.
Als de kinderen groter worden, wordt de opvoeding niet makkelijker. In een groot gezin ervaren ouders dikwijls hun onmacht. Zij kunnen inderdaad niet evenveel aandacht geven aan hun kinderen zoals in een kleiner gezin mogelijk zou zijn. Maar misschien is dat de zegen van een groot gezin. Hebben wij de Heere nog nodig, ook in onze gezinnen? „Veel kinderen geeft veel gebed”, moet eenmaal C. H. Spurgeon gezegd hebben.
Mijn vlees wil niet de binnenkamer zoeken om voortdurend de onmogelijkheid van het gezin aan de Heere voor te leggen. Maar menigmaal wil de Heere een kind gebruiken om vader en moeder op de knieën te krijgen. Dan word ik als ouder afgeschreven en krijgt God alleen de eer.
De auteur is hervormd predikant te Scherpenisse.