Binnenland

’Aantal telefoontaps is gelijk gebleven’

Het Openbaar Ministerie is na de invoering van de Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden niet meer telefoons gaan afluisteren. Wel is het aantal zogenaamde spoedtaps „spectaculair” toegenomen.

ANP
31 January 2002 16:26Gewijzigd op 13 November 2020 23:23

Dat zei hoofdofficier van justitie M. van Erve van het landelijk parket donderdag op een congres over de wet. Op het congres evalueerden medewerkers van ondermeer het OM, het ministerie van Justitie, politie en strafrechtadvocaten de Wet-Bob.

De invoering van de wet twee jaar geleden is een rechtstreeks gevolg van de IRT-affaire, die ontstond omdat de opsporingsmethoden van politie niet duidelijk waren vastgelegd. In de wet staan de opsporingsbevoegdheden nauwkeurig omschreven. Zo mag geen gebruik worden gemaakt van criminele burgerinfiltranten en ook doorlatingen van drugs zijn uit den boze.

Ook heeft de officier van justitie een meer prominente rol gekregen. Critici verwachtten dat het OM dit zou gebruiken om meer dwangmiddelen als het afluisteren van telefoons toe te passen.

Volgens Van Erve blijkt uit een evaluatie echter dat er niet meer telefoontaps worden geplaatst dan voorheen. Bij dertien parketten werden gemiddeld 371 bevelen tot het onderscheppen van telecommunicatie per parket gegeven. Vertaald naar landelijke cijfers, Nederland telt twintig parketten, betekent het dat er ruim zevenduizend taps zijn geplaatst.

Wat wel is toegenomen is het aandeel spoedtaps. Vooral voor justitie zelf is dit een bedreiging, want deze taps, die door een snelle procedure totstandkomen, zijn drie keer zo duur als gewone, waarschuwde Van Erve.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer