Gazaoorlog heeft weerslag in Turkije
De oorlog in Gaza heeft ook zijn weerslag op al dan niet latente antisemitische sentimenten die in diverse samenlevingen aanwezig zijn. In Turkije komen die gevoelens aan de oppervlakte.
De kleine Joodse en christelijke gemeenschappen in Turkije maken momenteel angstige tijden door. Niet verwonderlijk. Om maar wat te noemen: burgemeester Melih Gokcek van de Turkse hoofdstad Ankara heeft de populaire zangeres Yildiz Tilbe onlangs openlijk bedankt voor haar –antisemitische– „boodschap aan de Turkse natie.”
De Turkse zangeres (1966) veroorzaakte eerder deze maand de nodige onrust onder Joden in Turkije. Op Twitter had zij antisemitische opmerkingen geplaatst, waaronder „God zegene Hitler” en „Indien God het wil, zullen de moslims een einde maken aan de Joden.” De Joodse gemeenschap verzocht de Turkse autoriteiten juridische stappen tegen Yildiz Tilbe te ondernemen. Precies het tegenovergestelde gebeurde echter. Gokcek, de AK-burgemeester van Ankara, prees de zangeres openlijk en bedankte haar „voor haar boodschap aan de Turkse natie.”
Turkije is een land dat voor 99 procent islamitisch is en waarin de Joodse en de christelijke gemeenschappen qua omvang bijna verwaarloosbaar zijn. Beide minderheden kregen de afgelopen weken te maken met vijandelijkheden en zelfs geweld dat direct tegen hun gemeenschappen was gericht.
De vijandelijkheden tegen de Joden in Turkije beperkten zich aanvankelijk tot de Turkse media en speelden zich af tegen de achtergrond van de huidige oorlog tussen Israël en Hamas. De Turkse krant Yeni Akit, die de AK-regering van premier Erdogan welgezind is, publiceerde woensdag 16 juli een open brief aan Hakham Bashi, de opperrabbijn van de Joodse gemeenschap in Turkije. Hierin stond onder meer het volgende: „Jullie (de Joden, MJ) leven reeds 500 jaar comfortabel te midden van ons en jullie zijn rijk geworden ten koste van ons. Is dit jullie dankbaarheid? Het doden van moslims? Erdogan, eis van de rabbijn dat hij zijn excuses aanbiedt!”
Vorige week gingen op Facebook en Twitter ook allerlei initiatieven van start om goederen uit Israël en bedrijven waarvan vermoed wordt dat ze Joods eigendom zijn, te boycotten.
Vervolgens veranderden de verbale vijandelijkheden tegen de Joodse gemeenschap echter in fysiek geweld. De Israëlische ambassade in Istanbul en de ambtswoning van de Israëlische ambassadeur in Ankara werden de afgelopen dagen door woedende menigtes aangevallen, waarbij de Israëlische vlag werd verbrand. Uit voorzorg reduceerde Israël zijn ambassadepersoneel in Istanbul tot een minimum.
Ook de Turkse charitatieve organisatie IHH, in 2010 verantwoordelijk voor de Mavi Marmara Flotilla –het flottielje dat probeerde de Israëlische maritieme blokkade van de Gazastrook te doorbreken– liet weer van zich horen. IHH-directeur Bulent Yildirim verscheen op het Turkse televisiestation ”Haber Turk” en dreigde dat „de Turkse Joden flink zullen betalen.” Hij riep Joodse toeristen ertoe op weg te blijven uit Turkije, „want ons geduld is op.”
Leden van de Joodse minderheid in Turkije hebben diverse Israëlische media inmiddels laten weten dat ze doodsangsten uitstaan – vooral omdat de Turkse AK-regering van premier Erdogan het antisemitisme „een vrijbrief heeft gegeven.”
Ondertussen hebben de christenen in het land hun eigen problemen. De afgelopen tijd deden er zich in de Sint-Stefanuskerk in Istanbul enkele ernstige incidenten voor en werd zelfs geprobeerd de kerk in brand te steken. De Sint-Stefanuskerk wordt door zowel rooms-katholieke als orthodoxe christenen gebruikt voor de eredienst.
Kerkgangers hebben geschrokken op de incidenten gereageerd. Een aantal heeft uit angst tijdelijk zijn kerkbezoek opgeschort. Gevreesd wordt dat er meer aanvallen op de kerk zullen volgen, omdat het antichristelijke klimaat in Turkije groeit.
Het eerste incident dateert van eind mei. Een groep jonge moslims drong de Sint-Stefanuskerk binnen, waarna ze de geluidsinstallatie vernielden en een aantal kostbaarheden stalen. Vervolgens trachtten zij de kerk in brand te steken, wat echter tijdig door een kerklid werd ontdekt.
Het volgende incident had plaats op 15 juni, toen er in de kerk een doopceremonie plaatshad. Halverwege de dienst drong een groep van zo’n vijftien jonge moslims de kerk binnen. Ze begonnen obscene opmerkingen te maken tegen de aanwezige christenen; een van hen bedreigde een kerkganger met een mes. De moslims schreeuwden tegen hen dat „ze moesten vertrekken omdat Turkije islamitisch is.” De tijdig gewaarschuwde politie liet op zich wachten en kwam pas opdagen toen de oproerkraaiers allang vertrokken waren.
De onzekerheid onder christenen –en Joden– wordt nog versterkt doordat de Turkse autoriteiten nauwelijks actie lijken te ondernemen tegen deze religieus gemotiveerde vijandelijkheden.
De vrees bestaat dat de huidige oorlog in de Gazastrook het antisemitisme in Turkije alleen maar zal aanwakkeren. Dat gebeurt momenteel overigens ook op diverse plaatsen in Europa, met Frankrijk als uitschieter.