Geweld in Gaza leidt steevast tot toename antisemitisme in Europa
Zodra er geweld tussen Israël en de Palestijnen wordt gebruikt, groeit het aantal antisemitische incidenten in Europa. In Nederland doken zaterdag zelfs vlaggen met hakenkruisen op, waarop zionisme met nazisme werd gelijkgesteld. Datzelfde weekend waren er ook incidenten in Frankrijk en Duitsland Hoe breed leeft het antisemitisme daar? Reportages vanuit twee van de grootste Europese landen.
Hoewel de meeste Duitsers van het woord antisemitisme een nare bijsmaak krijgen, is maar liefst een kwart van onze oosterburen (latent) antisemitisch. „Het cliché dat je in Duitsland geen kritiek mag hebben op Israël komt niet overeen met de werkelijkheid.”
”Hamas, Hamas, Joden aan het gas” – we kennen de leus inmiddels. Maar hoe uitgekauwd en treurig deze ook is, in Gelsenkirchen dook hij afgelopen weekend weer op. Terwijl antisemieten in Noord-Rijnland-Westfalen hun ”Hamas, Hamas, Juden ins Gas” scandeerden, escaleerde in Frankfurt een demonstratie door neonazi’s, werd in Dresden een synagoge besmeurd, belaagden demonstranten in Bremen passanten en marcheerden schreeuwende oproerkraaiers in Essen naar de oude synagoge van de stad.
Moslims, (extreem) links en (extreem) rechts hebben elkaar gevonden in hun haat tegen Israël.
Ondanks de verschillende anti-Joodse incidenten van de afgelopen weken, blijft antisemitisme voor de meeste Duitsers een pijnlijk fenomeen. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog is er in Duitsland een enorme afname van vijandige gevoelens tegenover Joden te zien. Het aantal antisemitische delicten bleef tot de jaren tachtig dan ook laag.
Met de groei van het aantal rechtse extremisten in de laatste twintig jaar van de vorige eeuw nam echter de vijandschap tegen Joden weer toe. Sinds die tijd is er in ons buurland dan ook een massieve toename van antisemitische delicten te zien, zowel verbaal als non-verbaal.
Afname
Een tweede opleving van anti-Joodse gevoelens is te zien in het jaar 2000, toen het Midden-Oostenconflict verscherpte en de tweede intifada uitbrak. In 2006 werd het hoogste aantal gewelddadige antisemitische delicten gepleegd; in 64 gevallen was er sprake van specifiek geweld tegen Joden.
Sinds dat jaar loopt het aantal gewelddadige incidenten gestaag terug; in 2013 werden er volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken 1275 antisemitische delicten geregistreerd, waarvan er 36 gewelddadig waren, in 2012 waren dat er nog 1374, waarvan 41 geweldsdelicten. Niet minder dan 97 procent van deze antisemitische aanvallen werd door extreem rechts gepleegd.
Niet alleen rechts-extremistiche groeperingen tonen echter anti-Joodse gevoelens. Een twee jaar oud onderzoek van de universiteit van Leipzig onder de Duitse bevolking stelt bij 28 procent van de 2145 ondervraagden een vorm van antisemitisme vast. Daarbij maakt de studie onderscheid tussen een primaire, directe vijandschap tegen Joden, en een secundaire vijandigheid, waarbij Joden bijvoorbeeld de schuld krijgen van de Holocaust.
Voor de Joden zelf maakt het onderscheid tussen primair en secundair weinig verschil; volgens een onderzoek van de Europese Unie uit 2012 geeft 61 procent van de Joodse Duitsers aan antisemitisme sowieso als een „groot” of „tamelijk groot” probleem te zien. Daarnaast zegt 36 procent van de Duitse Joden dat ze de afgelopen vijf jaar met antisemitisme te maken hebben gehad.
Intellectuelen
Hoewel het aantal geregistreerde anitsemitische incidenten de afgelopen jaren terugliep, moet Duitsland volgens experts op zijn hoede zijn voor een toename van antisemitische gevoelens. Jan Riebe van de Amadeu Antonio Stichting waarschuwt ervoor Jodenhaat in Duitsland niet te bagatelliseren. „We leiden een toe- of afname van antisemitisme vaak af uit de statistieken, maar het hangt er maar van af of een politieagent een delict als antisemitisch bestempelt. Bovendien is antisemitisme vooral een strategie om de wereld te verklaren, en dat uit zich niet altijd in verbaal geweld. Dat is het gevaar.”
Voor dat gevaar waarschuwt ook prof. Monika Schwarz-Friesel van de TU Berlijn, in de Amerikaanse krant The Huffington Post. Schwarz-Friesel hield zich jarenlang bezig met het bestuderen van 14.000 haatbrieven die Joodse instanties binnenkregen. „Deze brieven komen van artsen, advocaten, hoogleraren. Zij bekritiseren Israël, maar doen dat vaak zonder politiek gefundeerde kritiek. Het gaat er veel meer om vragen te stellen bij het bestaansrecht van het land en van de Joden. Het cliché dat je in Duitsland geen kritiek mag hebben op Israël, klopt niet met de werkelijkheid. Het probleem is dat commentaar vaak gepaard gaat met racistische opmerkingen over Joden. We moeten op onze hoede zijn voor deze vorm van antisemitisme onder intellectuelen.”
Palestijnse zaak werpt schaduw over Parijs
tekst Mark Heijster
De Franse Joodse gemeenschap is in het recente verleden regelmatig doelwit geweest van bloedige aanslagen. Vorige week dreigde in Parijs een pro-Palestijnse demonstratie uit de hand te lopen. Relschoppers hadden het voorzien op een synagoge. Een Israëlisch onderzoeksinstituut wees al in 2012 op een opvallende stijging van het aantal antisemitische incidenten in Frankrijk.
Het is even na halfzeven op vrijdag 3 oktober 1980, als er vlak voor de synagoge in de Rue Copernic in Parijs een zware bom ontploft. Vier mensen, toevallige voorbijgangers, zijn op slag dood.
De aanslag was niet de eerste die tegen de Joodse gemeenschap was gericht. Frankrijk reageerde geschokt op de aanslag, die nog veel meer slachtoffers had kunnen maken als de bom enkele ogenblikken later was afgegaan. Zo’n 200.000 Fransen gingen enkele dagen later de straat op om te protesteren tegen het antisemitische geweld.
De Joodse gemeenschap in Parijs is op dat moment al enkele jaren het doelwit van Palestijnse terroristen die er bewust voor hebben gekozen het Midden-Oosten-conflict te internationaliseren. Aanslagen in het hart van Europa moeten de Palestijnse zaak hoger op de agenda brengen.
Die aanslagen in de jaren zeventig en tachtig hadden een direct verband met de Zesdaagse Oorlog in juni 1967, waarbij Israël onder andere de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever veroverde. Miljoenen Palestijnen vluchtten in die periode naar Libanon en Jordanië. De Israëlische bezetting werd voor de PLO en de van de PLO afgesplitste Revolutionaire Raad van Abu Nidal de voornaamste reden om te kiezen voor een strategie gebaseerd op terreur.
Dat de aanslag in Parijs werd gepleegd, was geen toeval. Met zo’n half miljoen mensen behoort de Joodse gemeenschap van Frankrijk tot de grootste van Europa. Het merendeel van hen woont in de hoofdstad. Maar het is een stad waar ook vertegenwoordigers van de PLO vrij rondlopen. Dat past in het Arabische buitenlandse beleid dat na de Zesdaagse Oorlog door De Gaulle is geformuleerd: Frankrijk staat voor een kritische houding ten aanzien van Israël. Het land denkt dat alleen een tweestatenoplossing een einde kan maken aan het conflict in het Midden-Oosten.
Het is een conflict dat in de jaren zeventig en tachtig onmiskenbaar een schaduw over Parijs weet te werpen. Agenten van de Israëlische geheime dienst, de Mossad, liquideren in de Franse hoofdstad leden van de Palestijnse terreurbeweging Zwarte September voor hun directe betrokkenheid bij de moord op elf Israëlische atleten tijdens de Olympische Spelen van München in 1972.
Opleving
Twee jaar na de aanslag in de Rue Copernic is de Parijse Joodse wijk opnieuw het doelwit van een aanslag. Een vijftal terroristen gooit enkele granaten in een restaurant in de Rue des Rosiers en opent daarna het vuur op willekeurige voorbijgangers. De aanslag eist zijn tol: 6 mensen vinden de dood en meer dan 22 anderen raken gewond.
Sinds het uitbreken van de tweede intifada na het bezoek van de Israëlische premier Ariel Sharon aan de Tempelberg in Jeruzalem is het geweld tegen Joden in Frankrijk flink toegenomen. Eind december 2001 wordt een lokaal van een Joodse school in Parijs door brand verwoest. Enkele maanden later is een synagoge in Marseille het doelwit van een aanslag met molotovcocktails.
Twee jaar geleden vermoordde de fanatieke islamist Mohamed Merah drie kinderen en een rabbijn in een Joodse school in Toulouse. In de dagen daarna hadden er tientallen andere incidenten plaats. Als gevolg van de opleving van het aantal antisemitische incidenten tijdens de tweede intifada is het aantal Joden dat besluit om naar Israël te emigreren met 60 procent toegenomen. Waren dat er tussen 1985 en 2001 nog ruim 1300, in 2012 ging het om bijna 2200 immigranten.