Twitteren rond ramp MH17 geen probleem; of toch wel?
TILBURG. Het neerstorten van de Boeing 777 van Malaysia Airlines leverde via Twitter al snel een stortvloed aan onbevestigde informatie en lugubere beelden op.
„Precies waar Twitter voor staat”, reageert media-ethicus Huub Evers. „Het is een ideaal medium om iedereen snel op de hoogte te stellen. Maar je hebt ook binnen de kortste keren een mix van hele en halve waarheden en verzonnen dingen: de geruchtenmachine draait op volle toeren. Met Twitter zijn alle remmen verdwenen.”
Er moet daarom scherp onderscheid worden gemaakt tussen wat journalisten twitteren en wat anderen de wereld in sturen. „Journalisten zijn gebonden aan een beroepsstandaard, andere twitteraars niet.”
Dat familie, vrienden of kennissen namen vrijgeven van geliefden die mogelijk in het vliegtuig zaten, kan Evers nog billijken. „Dat zijn mensen rond de overledene zelf. Ze geven daarmee uiting aan hun verdriet.”
Omroepen en kranten hebben wat de media-ethicus betreft de plicht te checken of al deze uitingen wel kloppen. „Wanneer bepaalde zaken maar vaak worden herhaald, zijn het nog geen feiten. En foto’s kunnen in scène zijn gezet.” De veiligste weg is wachten tot de informatie van officiële zijde is bevestigd.
Dat er via Twitter beelden de wereld in worden gestuurd van lichamen en gevonden paspoorten met alle persoonlijke gegevens erop, strijdt volgens Evers met alle ethische normen. Journalisten moeten zich er ook niet voor lenen om lugubere en schokkende beelden die via Twitter zijn verspreid, verder de wereld in te helpen. „Niet door ze te retweeten en zeker niet door ze te publiceren via de officiële nieuwsmedia.”
Daarnaast legt Evers de vinger bij het gebruik van beeldmateriaal van overledenen op Facebook. „Stel je voor dat journalisten gaan grasduinen in de Facebookpagina van PvdA-senator Willem Witteveen. Er staan foto’s op bedoeld voor vrienden en kennissen, niet voor journalisten. Mogen ze die foto’s zomaar gebruiken? De Raad voor de Journalistiek vindt van niet: het gebruik in nieuwsmedia is nooit de intentie van de overledene geweest. Terughoudendheid is hier zeker op zijn plaats.”