Zomerserie Bijbelse graven: Jozua, Kaleb en Nun
Dit is het derde deel in een negendelige serie over –al dan niet authentieke– graven van personen uit de Bijbel. Volgende week woensdag deel 4.
Persoon
Jozua was de zoon van Nun en volgde Mozes op voor de intocht van het volk Israël in het Beloofde Land. „En zij begroeven hem (…) te Timnath-Serah, welke is op een berg van Efraïm, aan het noorden van den berg Gaäs.” (Jozua 24:30).
Plaats
Het dorp Kifl Hareth, zo’n 20 kilometer onder de stad Nablus, wordt aangeduid als de huidige locatie van de oude stad Timnath-Serah. Het dorp ligt in Samaria en valt onder het gezag van de Palestijnse Autoriteit. Vier keer per jaar is het Joden toegestaan om, onder begeleiding van het Israëlische leger, de graftombes van Jozua, Kaleb en Nun te bezoeken. Het graf is koepelvormig en opgetrokken uit robuuste pleistermuren. Aan de voorkant bevindt zich een stenen binnenplaats. Naast het graf ligt een Arabisch kerkhof. Twee torenhoge cipressen en een machtige ceder sieren de binnenplaats.
Oorsprong
Hoewel hij geen precieze locatie noemt, spreekt de kerkvader Hiëronymus in zijn hagiografie van Paula (vierde eeuw) al over de graftombe van Jozua. De rabbijnse traditie heeft de plek later geïdentificeerd als Kifl Hareth.
Betekenis
Op de 26e van de Joodse maand Nisan trekken duizenden Joden in een bedevaart naar Kifl Hareth, omdat op die dag het overlijden van Jozua wordt herdacht. De bezoekers bidden in het graf en zingen en dansen buiten de muren. Het graf is het doelwit van anti-Joodse en politieke graffiti. Voor de jaarlijkse bedevaart wordt het daarom vaak met witkalk gereinigd. Een beladen plek, omdat juist hier Jozua wordt herinnerd als de Joodse strijder die met Gods hulp het Beloofde Land, inclusief Samaria, veroverde. Voor de Palestijnen is dit het graf van Yusha ibn Nun, de persoon van Jozua in de Koran.