Zijn ouders deden na zijn dood aangifte. Maar dat gebeurde 3 maanden na zijn overlijden. Daardoor valt de precieze doodsoorzaak niet meer vast te stellen en is niet te bewijzen dat sprake was van een andere doodsoorzaak dan de aanvankelijk gemelde natuurlijke dood, aldus het OM.

Het EO-programma programma De Vijfde Dag stelde eerder dat SEIN-medewerkers niet direct actie hadden ondernomen toen zij de jongen na een epilepsie-aanval met een zuurstoftekort in zijn bed aantroffen.

Voor het onderzoek, waarbij ook de rechter-commissaris was betrokken, zijn betrokkenen gehoord en rapportages uitgebracht door deskundigen op het gebied van neurologie, kinderpathologie en veilige zorg.

De laatsten geven wel aan dat er tekortkomingen zijn bij SEIN. „Maar, voor zover dit al juist is, kan hieruit naar de mening van het OM niet worden geconcludeerd dat die hebben geleid tot een hulpeloze toestand of zijn dood”, laat het OM weten. Het ziet geen basis om de stichting te vervolgen en heeft daarom de zaak geseponeerd.