’Amerikanen welkom in nucleair complex Noord–Korea’
Noord–Korea heeft een groep Amerikaanse deskundigen, onder wie de nucleaire wetenschapper Sig Hecker, toestemming gegeven de kerncentrale Yongbyon te bezoeken. Dat hebben zij aan de Amerikaanse krant USA Today laten weten.
Als de voorgenomen reis volgende week doorgaat, gaat het om het eerste bezoek van Amerikaanse deskundigen aan Noord–Korea sinds wapeninspecteurs eind 2002 het land werden uitgezet. De spanningen tussen de VS en Noord–Korea liepen in die periode op door de nucleaire ambities van het bewind in Pyongyang.
Het Zuid–Koreaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft vrijdag bevestigd dat een groep Amerikanen, onder wie een aantal beleidsmedewerkers van de Senaat, naar Noord–Korea reist. „Maar we weten niet wat de Amerikaanse delegatie in Noord–Korea gaat doen", aldus een woordvoerder van het Zuid–Koreaanse ministerie.
Hecker was van 1985 tot 1997 directeur van het Los Alamos National Laboratory, waar de Amerikanen hun eerste kernbom produceerden. Volgens USA Today bezoekt het team–Hecker het nucleaire complex in Yongbyon tussen 6 en 10 januari. In een kernreactor zou Noord–Korea plutonium voor kernwapens kunnen produceren. President George W. Bush zou met de reis hebben ingestemd, aldus de krant.
Een functionaris van de Amerikaanse regering noemde het bezoek van de wetenschappers een pure privé–aangelegenheid. „Dit is iets waar de Amerikaanse regering niet bij betrokken is, noch zullen wij deelnemen aan de inspecties. Dit is helemaal een privé–initiatief", aldus de regeringsfunctionaris, die sprak op voorwaarde van anonimiteit.
Vorige week verklaarde Noord–Korea zich bereid tot overleg met vijf andere landen over zijn nucleaire programma. Die gesprekken tussen vertegenwoordigers van Noord–Korea, Zuid–Korea, de Verenigde Staten, Japan, China en Rusland staan voor begin dit jaar op de agenda. Waar en wanneer het overleg plaatsheeft, is nog niet bekend.
De relatie tussen Pyongyang en Washington verslechterde in oktober 2002. Toen liet het stalinistische regime weten in het geheim te werken aan een nucleair wapen. Volgens de Amerikanen was dit in strijd met een akkoord uit 1994, waarin Noord–Korea beloofde zijn atoomprogramma te staken in ruil voor olieleveranties en twee lichtwaterreactoren.
De Amerikaanse regering annuleerde het verdrag en schortte olieleveranties op. De Noord–Koreanen reactiveerden hierop hun centrale in Yongbyon en zetten inspecteurs van het Internationaal Atoomenergie Agentschap het land uit. Pyongyang beweert intussen 8000 splijtstofstaven te hebben opgewerkt, maar internationaal bestaat er twijfel over de juistheid van deze bewering.
De Noord–Koreaanse machthebbers eisen dat de VS een niet–aanvalsverdrag tekenen. Washington weigert dit, maar heeft bij monde van minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell laten doorschemeren bereid te zijn het dictatoriale regime in Pyongyang schriftelijke veiligheidsgaranties te geven. Bovendien stemden de VS vorige maand in met extra voedselhulp aan het straatarme Noord–Korea. Het Amerikaanse bezoek aan Yongbyon kan mogelijk duiden op een verdere verbetering van de relaties.
China, een van de laatste vrienden van Noord–Korea, probeert al maanden te bemiddelen in het conflict. Peking was eerder zetel van overleg tussen de strijdende partijen. Het stalinistische bewind probeert vooral door weinig diplomatiek taalgebruik en dreigementen zijn zin door te zetten. Zo hebben Noord–Koreaanse diplomaten al laten weten dat het land een kernwapen voor gebruik gereed heeft.