Luchtvaartmaatschappijen schroefden hun capaciteit in mei met gemiddeld 5,2 procent op. Doordat het aantal beschikbare stoelen minder hard steeg dan de vraag, nam de gemiddelde bezettingsgraad met 0,7 procentpunt toe tot 79 procent.

Europese luchtvaartmaatschappijen zagen de vraag met 6,1 procent stijgen, bij een 5,3 procent grotere capaciteit. In Noord-Amerika bleef de groei van de vraag met 4,4 procent iets achter bij de capaciteitstoename van 4,8 procent. Wel kende die regio nog altijd de hoogste gemiddelde bezettingsgraad: 83 procent.

De vraag naar vliegreizen nam het sterkst toe in het Midden-Oosten (13,2 procent) en Latijns-Amerika (9,1 procent). De groei in Zuid-Amerika wordt vooral gedragen door Colombia, Peru en Chili. De Braziliaanse economie blijft zwak presteren. Als het WK voetbal al een positief effect heeft, is dat volgens IATA van tijdelijke aard.

Afrika kende de zwakste groei van de passagiersvraag: 1,9 procent. Afrikaanse luchtvaartmaatschappijen hadden ook gemiddeld de meeste lege plekken aan boord, met een bezettingsgraad van maar 64,4 procent.