„SGP is wel degelijk veranderd”
De omstandigheden en het beeld dat derden hadden van de SGP zijn veranderd, betoogde vorige week partijleider Van der Staaij in deze krant, maar niet de partij zelf.
Binnen- en buitenstaanders reageren daar nu op. Zij denken er toch een tikje anders over. „Er is een wissel omgezet.”
„SGP is wel degelijk veranderd”
De SGP is „helaas wel degelijk veranderd”, constateert secretaris A. Verwijs van de Landelijke Stichting ter bevordering van de Staatkundig Gereformeerde beginselen.
Dat is ook logisch, voegt historicus A. A. van der Schans daaraan toe. „Als de omstandigheden wijzigen, verander je zelf ook. Er is altijd een wisselwerking.”
Niet alleen de SGP, maar de hele gereformeerde gezindte is veranderd. „Het isolement om des beginsels wille is verlaten”, signaleert Van der Schans. „Bevindelijk-gereformeerden zijn volwaardige staatburgers geworden. In alle opzichten.” Wat volgens hem niet betekent dat de SGP haar principiële uitgangspunten of haar Bijbels genormeerde politiek heeft opgegeven.
Oud-beleidsadviseur bij SGP-jongeren J. M. ten Hove heeft daar ook geen aanwijzingen voor. Wel bespeurt hij dat de SGP zich pragmatischer opstelt dan vroeger. Ten Hove wijst erop dat de SGP tegenwoordig opereert in een heel andere tijd dan die van haar vroegste vertegenwoordigers, ds. G. H. Kersten en ds. P. Zandt. „Hun geluid op precies dezelfde manier vertolken, kan daarom niet meer.”
Bestaansrecht
Verwijs betreurt juist dat het „helder spreken vanuit de beginselen op belangrijke punten is verdwenen.” De SGP verzet zich niet meer tegen godsdienstvrijheid en onderwijsvrijheid voor alle richtingen. „Juist dat afwijzen van die zogenaamde geestelijke vrijheid vormt de kern van de staatkundig gereformeerde overheidsvisie”, stelt Verwijs. „Vanwege de eer en het alleenrecht van de Heere mogen wij hierover niet zwijgen. De SGP verliest haar bestaansrecht als zij dat blijft inslikken.”
Hij mist ook de oproep aan de overheid tot het weren van valse religies en afgoderij uit het openbare leven.
De SGP „laat zich steeds meer gijzelen door de revolutionaire tijdgeest”, meent Verwijs, „om steeds dieper weg te zakken in het moeras van de haalbaarheid.”
Daar is ook Ten Hove enigszins bevreesd voor. „Bij het gedogen is een wissel omgezet. Onder Rutte I kon de SGP nog stilstand op medisch-ethisch terrein bewerkstelligen. Nu zit de partij aan tafel met partijen als D66, die aan haar principiële stoelpoten zagen.” Hij zou liever zien dat de SGP zich daar „ver van houdt.”
Van der Schans bespeurt drie wezenlijke veranderingen bij de SGP. Ten eerste haar overheidsvisie. Regeren was eerst een taak van het kabinet, maar vanuit het parlement regeert de SGP nu via initiatiefwetten en amendementen voluit mee. Van puur principieel is de SGP „een meer praktische partij geworden.”
De tweede verandering is dat de SGP anno 2014 volop meebouwt aan de verzorgingsstaat. „Een kleine revolutie.”
Ten derde is de nadruk op de klassieke trits vaccinatieplicht, verzekeringsdwang en vrouwen in de politiek binnen de partij verdwenen. „Je verliest wel enigszins je geloofwaardigheid als jouw beginselprogramma zich keert tegen het passief vrouwenkiesrecht, maar als je als partijtop toch de verkiezing van Janse tot gemeenteraadslid in Vlissingen aanvaardt”, meent Van der Schans.
Hoewel de SGP zich qua werkwijze heeft aangepast aan de wereld, staat de partij „in de kern van de zaak haaks op de samenleving”, concludeert hij. „In ideologische zin blijft het een vreemde eend in de bijt.”
Tijdgeest
Dat de SGP –en vrijwel de hele gezindte– is veranderd, komt volgens Verwijs ten diepste doordat „de tere vreze des Heeren onder ons zo wordt gemist.” De tijdgeest „trekt nu overal in door.” Dat gaat sneller naarmate de kennis van de Bijbelse beginselen ontbreekt. „Veel SGP’ers nemen nog niet eens de moeite om oude partijredes door te lezen. Of om eens na te lezen wat bijvoorbeeld Calvijn en Taffin over de overheid hebben geschreven.”
De ontwikkelingen in de SGP worden zijn inziens versneld door de huidige moderne media.
De SGP-Kamerleden „twitteren er vrolijk op los” en laten zich vaak op tv zien, voegt Van der Schans daaraan toe. „Daaruit blijkt wel hoezeer Haagse mores zijn geaccepteerd.”
Opvallend genoeg, stelt hij vast, heeft het partijbestuur deze verandering –anders dan de meeste andere– wél verantwoord, namelijk met een notitie over de omgang met media.
Partijleider Van der Staaij moet ronduit erkennen dat zijn partij is veranderd, meent de historicus. „Leg open en nuchter uit hoe en waarom. Daar hoeft hij niet krampachtig mee om te gaan of bang voor te zijn. Zijn achterban heeft groot vertrouwen in hem.”
Beginselverzaking
Verwijs hoopt juist dat de SGP „zich schuldig kent en belijdt onvoldoende op de wacht te hebben gestaan.” Partijleden dienen de beginselen te bestuderen. Intern moet de partij handelend optreden. „Zij die van de beginselen afwijken, worden gewoon als lid geaccepteerd en gekandideerd. Dat is vragen om beginselverzaking.”
Ten Hove raadt de partij aan de oude boodschap te blijven uitdragen. „Ook als dat dan vooral getuigend zal zijn en je materieel minder bereikt dan nu.”
„Andere strategie en mildere toon”
Betrokken buitenstaanders zien wel veranderingen bij de SGP, maar geen principiële.
Dr. Eginhard Meijering, emeritus hoogleraar patristiek aan de VU te Amsterdam en schrijver van het boek ”Hoe God verdween uit de Tweede Kamer”, constateert dat de SGP formeel nog steeds dezelfde grondslag heeft: „Het Woord van God is het richtsnoer voor het handelen.”
Volgens Meijering kiest de partij wel een andere strategie. „De twee grote gevaren die de partij in de jaren dertig van de vorige eeuw zag: rooms en rood, zijn verdwenen. Dus daar hoeven de SGP-politici hun pijlen ook niet meer op te richten. En wat dichterbij in de tijd: de SGP vormt nu met D66 en ChristenUnie de constructieve oppositie. Feitelijk houdt de partij een paars kabinet in het zadel. Dat zou aan het begin van de jaren negentig, toen er ook een paarse coalitie van PvdA, VVD en D66 was, niet zijn gebeurd.”
Wat ook veranderde, is de toon. „Vroeger hoorde je SGP-vertegenwoordigers pleiten voor handhaving van het „onverminkte” artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. „Dat hoor je tegenwoordig niet meer. Dat was destijds een reactie op de Gereformeerde Kerken, die de 21 woorden uit artikel 36 schrapten.” Maar er is volgens Meijering, die te boek staat als remonstrants theoloog, meer: „De SGP is milder geworden. De hele samenleving schuift op en de SGP schuift mee. Ik denk dat de toon van de AR in de jaren vijftig feller was dan die van de SGP nu. De partij heeft zich aangepast aan de fundamenteel veranderde situatie in kerkelijk en maatschappelijk opzicht. Dat lijkt me ook logisch. Een politicus heeft te rekenen met de politieke werkelijkheid waarin hij opereert.”
Onopgeefbaar
Dr. Ewald Mackay, historicus en docent aan Hogeschool De Driestar te Gouda, stelt eveneens dat er „nog steeds sprake is van een vaste identiteit bij de SGP. En die ligt in het hoge besef van de politieke roeping als een goddelijk ambt én in de normering van alle politiek handelen aan het spreken Gods. Hiermee heb ik niet gezegd dat er geen feitelijke veranderingen zijn waar te nemen bij de SGP op een wat minder wezenlijk niveau.”
Als voorbeeld van een feitelijke verandering noemt Mackay het televisiegebruik. Hij herinnert zich een tv-uitzending van Pauw en Witteman waarin Van der Vlies stelde dat het partijstandpunt over de koopzondagen „onopgeefbaar” was: „Daarop lieten de heren een interview met Van der Vlies horen waarin hij zei dat een SGP’er nooit en te nimmer voor de televisie zou verschijnen. Fijntjes herinnerden ze hem eraan dat hij nu toch maar bij P&W in de opname zat en zijn standpunt blijkbaar had veranderd en opgegeven! Zelfs onze welbespraakte broeder Van der Vlies was hierop even uitgepraat. Zeer zeker veranderen er aldus dingen bij de SGP. Recent is ook het vrouwenstandpunt veranderd.”
De Driestardocent heeft geen moeite met dergelijke veranderingen: „Ik juich ze zelfs toe. Ik hoop zelfs dat de SGP, naast haar zeer terechte, blijvende aandacht voor de micro-ethiek (euthanasie en abortus), ook de macro-ethiek meer en meer gaat omhelzen en ruimer oog gaat krijgen voor Gods schepping, het milieu en de dieren. Waarom zouden ze die gebieden aan de Partij voor de Dieren overlaten?”
Volgens Mackay is de hele wereld sterk veranderd, inclusief de gereformeerde. „De SGP-achterban heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt in termen van scholing en kritisch denken. Zij is een van de zeer weinige partijen die de complete aardverschuiving in politiek Nederland, waarbij de oude kaders wegvielen, heeft overleefd. Dat tekent haar vitaliteit en slagkracht. ’s Lands oudste partij bestaat voort omdat zij dieper gaat dan alleen de sociologie.”
Getuigenis
De burgemeester van Zwartewaterland, oud-CDA-Kamerlid Bilder, vindt dat de SGP-fractie in de Tweede Kamer zich pragmatischer opstelt dan in het verleden: „De uitgangspunten van de SGP zijn niet veranderd, maar de omgang ermee wel. Dat is begrijpelijk, want sinds 2010 helpt de partij regeringscoalities in de Eerste Kamer aan meerderheden. De partij is in politiek Den Haag een factor van betekenis.”
Bilder beziet de verandering met een dubbel gevoel: „Enerzijds begrijp ik dat de fractie zo veel mogelijk van het eigen programma wil verwezenlijken. Anderzijds levert de partij, door dat proces van geven en nemen, in als getuigenispartij. Ik hoop dat de partij daarover nadenkt.”
Het grote gevaar van het sluiten van compromissen is volgens de burgemeester, die zich in de behoudende flank van het CDA bevindt, dat de partij compromissen als uitgangspunt gaat nemen: „Daar huiver ik voor. Daar is het mis gegaan met het CDA. Ik hoop dat de SGP daarvoor gespaard blijft. SGP-politici moeten er nooit mee ophouden om hun idealen naar voren te brengen.”
Dit is het laatste deel in een tweeluik over de koers van de SGP.