Boko Haram vereist internationale aanpak
Om de terroristische dreiging van Boko Haram in te dammen is een internationale aanpak noodzakelijk, stelt Emile Nakhleh.
De ontvoering van de tienermeisjes in Noord-Nigeria door Boko Haram heeft wereldwijd de aandacht bepaald bij islamitisch radicalisme en terrorisme in West-Afrika en de Sahellanden. Hoewel de toenemende terroristische dreiging in Irak en Syrië de aandacht van deze situatie van de voorpagina verdringt, blijft Boko Haram een dodelijke kracht die moet worden aangepakt. Evenals de Islamitische Staat in Irak en Syrië (ISIS), dreigt Boko Haram geweld te verspreiden tot over de grenzen van zijn thuisland.
Het terrorisme in Nigeria heeft zich niet zomaar ontwikkeld. Er ging een ontwikkeling aan vooraf. Saudische bekeringsdrang en het rekruteren van „religieuze radicalen” in de afgelopen twee decennia hebben de weg naar radicalisme vrijgemaakt.
Islamitisch activisme onder moslims in Noord-Nigeriaanse dorpen en steden werd eind jaren 80, begin jaren 90 aangewakkerd door de koortsachtige wedloop om de macht tussen Saudi-Arabië en Iran. Tegelijkertijd was de Libische leider Gaddafi bezig met het oprichten van islamitische groeperingen in hetzelfde gebied.
In dienst bij de overheid bezocht ik deze gebieden en was zo getuige van de groei van islamitisch activisme en radicalisatie. Ik sprak met tientallen islamitische activisten over de redenen van hun activisme.
Saudische ngo’s, waaronder de International Islamic Relief Organization (IIRO), de World Assembly of Muslim Youth (WAMY) en al-Haramayn, financierden een overvloed aan projecten in Nigeriaanse dorpen en steden in het noorden. Ze verschaften maaltijden aan Nigeriaanse moslims die daarom verlegen waren, met name tijdens de ramadan.
Ze bouwden moskeeën, islamitische onderwijsinstellingen en bibliotheken, gemeenschapsruimten en gezondheidsklinieken. Met Saudisch geld gefinancierde Koranscholen onderwezen Nigeriaanse kinderen in het reciteren van de Koran in het Arabisch en leidden hen op tot toegewijde soennitische moslims.
Het woord ”jihad” werd een centrale component in het proces van bekering. Het onderliggende argument was dat de islam werd aangevallen door allerlei soorten van „heidenen” en „afvalligen”, een ontwikkeling die om een „jihadistische” reactie vroeg.
Saudi-Arabië bood Nigeriaanse studenten beurzen aan om aan Saudische religieuze universiteiten te studeren, waaronder de Imam Muhammed in Riyad en de Islamitische Universiteit in Medina. Tijdens hun studieperiode in Saudi-Arabië werden Nigeriaanse en andere Afrikaanse studenten ondergedompeld in een salafistische of wahabitische interpretatie van de islam en de „plicht” van de jihad. Uiteindelijk keerden ze naar Noord-Nigeria en de buurlanden terug om daar vervolgens te preken en te onderwijzen wat ze hadden geleerd. Onbewust handelden ze zo als een katalysator van het Saudisch islamitisch activisme.
Studieboeken in het basis- en het middelbaar onderwijs in Saudi-Arabië onderwijzen een vergelijkbare ideologie van intolerantie, uitsluiting en starheid. Als diplomaten uit de Verenigde Staten of andere westerse landen hierover in gesprek gingen met vertegenwoordigers uit het Saudische onderwijs, werden ze gewezen op de religieuze waarden van Saudi-Arabië. Diplomaten trokken zich vervolgens maar terug, vanwege de religieuze en culturele gevoeligheden van de Saudi’s.
Manipulatie
Soennitisch terrorisme, of het nu in Afrika of in het Midden-Oosten is, is het resultaat van een scheefgetrokken interpretatie van de religieuze jihad door slecht opgeleide en ideologisch gemotiveerde geestelijken en rekruten die het salafisme aanhangen. Steevast is de basis van hun onderwijsprogramma de vooronderstelling dat moslims en niet-moslims die hun interpretatie niet delen, „heidenen” zijn, „ongelovigen” en „afvalligen” die moeten worden gedood. Kort door de bocht: de islam wordt aangevallen door zijn „vijanden” en daarom moeten moslims op alle mogelijke manieren een jihad voeren tegen deze „vijanden.”
In die tijd informeerde ik regelmatig senior beleidsmedewerkers bij de CIA over de dreiging op lange termijn van de religieuze bekeringsdrang in Afrika, door Saudi-Arabië gestimuleerd en gesponsord. Om economische en geopolitieke redenen was de regering onder president Bush echter niet bereid om de dreiging aan te pakken.
Met Saudische steun zetten islamitische activisten in Nigeria Izala op, een organisatie die de belangrijkste motor achter het soennitisch radicalisme in Nigeria werd.
Op zijn beurt paaide Iran islamitische activisten in Nigeria en werkte nauw samen met Ibrahim Zakzaky en zijn aanhangers. Zakzaky was een academicus uit Noord-Nigeria en toegewijd aan de sjiitische islam. Hij formeerde de Islamitische Beweging van Nigeria (IMN), die de doctrine van het ”khomeinisme” verkondigde. Iraanse groeperingen in Nigeria werkten samen met de Libanese Hezbollah aan een antiwesterse agenda.
Confrontatie
Lokale en westerse regeringen moeten de acute en toenemende terroristische dreiging van Boko Haram, ISIS en andere groeperingen aanpakken. Ze moeten hun aandacht richten op de leiders en strijders en op het stopzetten van terroristische inkomsten. Washington en andere westerse machtscentra moeten beleid formuleren waarmee op lange termijn de oorzaken van terrorisme en radicalisering worden aangepakt. Dit kan op vier manieren gebeuren.
Autoritaire regimes in Egypte, Bahrein en elders moet onomwonden worden gezegd dat etnische en sektarische discriminatie, politieke uitsluiting en autocratische heerschappij onhoudbaar zijn en moeten worden gestopt.
Westerse regeringen moeten op mondiaal niveau programma’s ontwikkelen om banen te creëren en te investeren in technisch onderwijs en ondernemingen in het Midden-Oosten, Afrika en Saudi-Arabië, om armoede te verlichten.
De regering van Obama moet de Guantanomogevangenis voorgoed sluiten. Sinds zijn aantreden in januari 2009 heeft Obama geroepen dat hij de gevangenis wilde sluiten. Vijf jaar later is het tijd om het lelijke overblijfsel van de ”War on Terror” te verwijderen.
De regering van Obama moet alles doen wat in zijn vermogen ligt om het Assadregime in Syrië ten val te brengen. Het eindeloze getreuzel in Washington van de afgelopen drie jaar en Assads voortgaande strijd hebben bijgedragen aan de opkomst van terroristische groeperingen in Syrië.
De auteur is deskundige op het gebied van Islam en het Midden-Oosten en hoogleraar aan de universiteit van New Mexico in de Verenigde Staten. Dit artikel verscheen eerder op website lobelog.com.