NL Greenlabel biedt duurzaamheidspaspoort voor buitenruimte
Wat is de overeenkomst tussen een wasmachine, een auto en een huis? Dezelfde als die tussen een bamboevlonder en een woonwijk. Ze kunnen allemaal gelabeld zijn met een A. NL Greenlabel biedt sinds kort niet alleen duurzaamheidspaspoorten voor tuinproducten, maar ook voor complete buitenruimten, zoals tuinen, parken en wijken.
Jos Schild, adviseur duurzaam ontwikkelen bij Royal HaskoningDHV ontwikkelde met enkele collega’s het groene paspoort.
Hoeveel tuinproducten hebben inmiddels een label?
„Sinds de start in 2012 hebben ongeveer honderd materialen en planten een label ontvangen. Het gaat om bijvoorbeeld verlichting van een grote onderneming als Philips, maar ook om producten van kleinere fabrikanten. Je kunt denken aan tuinschermen van kokos of vlondermateriaal van bamboe als hardhoutvervanger. Of duurzame bestrating. Niet alleen dode materialen kunnen overigens het label ontvangen, ook voor het opkweken van levende planten zijn paspoorten afgegeven.”
Nieuw is dat ook complete buitenruimtes worden beoordeeld.
„Vanuit gemeenten en woningbouwstichtingen kwam de vraag voor een methodiek om de duurzaamheid van een buitenruimte te kunnen beoordelen. Een instrument dat dit meetbaar maakt, ontbrak tot nog toe. Je kunt wel duurzame producten gebruiken, maar wat zegt dat nu over de toepassing in een hele tuin of wijk? Het verzamelen van duurzame producten maakt een buitenruimte nog niet vanzelfsprekend duurzaam.
NL Greenlabel vroeg Royal HaskoningDHV een duurzaamheidspaspoort voor buitenruimtes te ontwikkelen. Aan de hand van zeven criteria worden plannen en projecten beoordeeld (zie afbeelding duurzaamheidspaspoort, MK).”
Waar wordt zoal op gelet?
„Hoeveel water en hoeveel groen is er aanwezig? Hoe is het onderhoud geregeld? Hoe zit het met de verkeersveiligheid, biodiversiteit, de speelruimte en het samen leven? Er komt veel meer bij kijken dan alleen de vraag welke tegel je in de straat legt.”
Stel, een wijk scoort een A op zijn duurzaamheidsrapport. Wat zegt dat?
„Dan mag je ervan uitgaan dat het met alle duurzaamheidsaspecten wel goed zit. Met het ontwerp, de aanleg, het onderhoud, de gebruikte producten. Er is veel groen en blauw (water, MK) en weinig grijs. Je moet overigens wel goed je best doen om dat te halen.”
Waarom een label voor duurzaamheid in de buitenruimte?
„Dat is te verklaren vanuit twee grote ontwikkelingen. Allereerst zie je de laatste jaren dat de schaal waarop er naar milieuproblemen wordt gekeken, verandert: van mondiaal naar lokaal. Daarnaast verandert de horizon. Het gaat niet alleen om een duurzame ontwikkeling voor de generatie na ons, maar mensen vinden het fijn als ze volgende week al met hun buren in een gezondere wijk kunnen wonen.
Verder zie je dat duurzaamheid een containerbegrip is geworden, en dat daardoor nu het thema gezondheid boven komt drijven. Burgers willen een veilige, prettige, gezonde omgeving om te wonen, te werken en te recreëren. Welbevinden wordt steeds belangrijker. NL Greenlabel sluit hier op aan door groene en gezonde materialen die geen belasting zijn voor ons buitenmilieu te certificeren en die toe te passen in een groene en gezonde buitenruimte.
Overigens is de methode niet puur bedoeld voor certificatie, het moet ook aan het denken zetten. Zodat uiteindelijk iedereen omgaat en er geen label meer nodig is omdat er geen slecht materiaal meer op de markt komt en alle gebieden duurzaam zijn. NL Greenlabel wil duurzaamheid in de buitenruimte zichtbaar en bespreekbaar maken. Om zo ontwerpers te prikkelen en te inspireren om te komen tot een groenere, prettigere omgeving.”
De beoordeling van duurzaamheid vanaf de ontwerpfase heeft de voorkeur?
„Ja, als je het goed wilt doen, moet je duurzaamheid integraal in je ontwerpteam meenemen. De criteria uit het duurzaamheidsrapport gelden in de ontwerpfase dan als een programma van eisen. Tijdens het proces kunnen verbetervoorstellen snel en eenvoudig worden verwerkt.
Uiteraard kunnen ook gerealiseerde projecten worden beoordeeld; om zo een beeld te krijgen van mogelijke aanpassingen die in de toekomst tot verbetering van de duurzaamheidsscore kunnen leiden.”
Wat biedt zo’n duurzaamheidspaspoort een ondernemer of een gemeente?
„Het gaat vooral om het laten zien wat je doet op het terrein van duurzaamheid. Wat wil een bedrijventerrein of woonwijk uitstralen? Duurzaamheid? Met een label heb je een onafhankelijke, objectieve bevestiging.
Als het gaat om het label voor tuinproducten zie je dat fabrikanten zich graag als groen of duurzaam profileren. Meestal hebben deze ondernemers duurzaamheid hoog in het vaandel. Ze zoeken dan de bevestiging dat ze goed bezig zijn. Een duurzaamheidspaspoort is voor hen een spiegel. Wat vertelt die hun? Welke stappen zijn er nog te zetten om verder te verduurzamen? Het wordt vervolgens een competitie: als alle klinkers in de straat duurzaam zijn, kom jij niet met iets wat slecht is voor het milieu.
Als een fabrikant niet met duurzaamheid bezig is, zal hij zo’n label ook niet willen. Daarom zijn er ook nog geen lage scores vergeven.”
Het label komt tot stand door ”expert judgement”, het oordeel van deskundigen. In hoeverre is dat objectief?
„Het is enigszins subjectief. Samen met meerdere collega’s bepalen we de score per criterium. Voor elke categorie, bijvoorbeeld op het gebied van water, zijn er bepaalde eisen waaraan de wijk of het gebied moet voldoen. Uiteindelijk rolt er dan een score uit voor het paspoort.
Een volledig objectieve methode is mogelijk, maar wordt te duur en te ingewikkeld. Partijen haken dan af. Zelf heb ik ervaring met Breeam-nl, een complexere, grotere methode om gebieden te beoordelen op duurzaamheid. Omdat het ook inzichtelijk moet zijn voor particulieren willen we zo’n complexe aanpak niet gebruiken. De methode is nu zo ingericht dat een particulier door middel van vragen gemakkelijk kan zien hoe het er in zijn buurt voorstaat.”
U doet uw werk met een visie?
„Zeker. Mijn christelijke levensovertuiging speelt daarbij mee. Als rentmeesters van de schepping moeten wij de samenleving duurzamer maken. We kunnen niet doorgaan met de huidige manier van consumeren en produceren. Dat gaat in de toekomst geheid spaak lopen. Er is sprake van verspilling en uitputting van grondstoffen. Ruimte raakt op. De energievraag verandert.
Concreet voor de buitenruimte moet vanzelfsprekend worden dat deze groen en duurzaam is, in plaats van grijs betegeld.
Alleen duurzame technieken toepassen, is overigens niet voldoende. Het moet een paar slagen dieper gaan. Onze hele manier van denken en doen moet anders. Het zit hem namelijk ook in gedrag, in onze mentaliteit. We moeten minder hebzuchtig worden. Dat is ook een stap die verder gaat dan het werk dat ik voor NL Greenlabel doe.
Voor mijzelf voegt een kerk in de buitenruimte ook veel toe aan een gebied. Ze geeft niet alleen duurzaamheid voor het hier en nu, maar ook voor na dit leven.”
Dit is het eerste deel van een tweeluik over het NL Greenlabel en het duurzaamheidspaspoort voor (producten in) de buitenruimte. Zaterdag in Pluspunt twee hoveniers die als professional zijn verbonden aan het label.
Uitleg NL Greenlabel
Wat is NL Greenlabel?
NL Greenlabel is een initiatief van Nico Wissing, expert op het gebied van tuin- en landschapsontwerp, en Lodewijk Hoekstra, tv-tuinman bij de commerciële zender RTL 4. Het tweetal wil het gebruik van duurzame materialen en producten in de buitenruimte (bijvoorbeeld in tuinen, parken, op straat) bevorderen. Begin dit jaar is NL Greenlabel openomen in de MIA/Vamilregeling van de overheid, waardoor een duurzame inrichting van buitenruimtes fiscaal aantrekkelijk wordt gemaakt.
Wat heeft het duurzaamheidspaspoort daarmee te maken?
Om duurzaamheid in de buitenruimte concreet te maken heeft Royal HaskoningDHV voor NL Greenlabel het duurzaamheidspaspoort ontwikkeld. Bijvoorbeeld voor bestratingsmaterialen, tuinhuisjes, schuttingen, carports en beplanting.
Rond het duurzaamheidspaspoort ondertekende Gert Olbertijn –collega van Schild– op 14 juni 2012 samen met Wissing van NL Greenlabel en de overheid een Green Deal (groene deal).
Groene deal?
Sinds de start in 2011 heeft de rijksoverheid circa 160 Green Deals –samenwerkingsverbanden– gesloten met bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden (zoals provincies en gemeenten). Bij de ontwikkeling van duurzame initiatieven staan vaak barrières in de weg. In die gevallen kan de overheid helpen. Ze sluit dan een Green Deal met betrokkenen en zet zich in om deze knelpunten weg te nemen.
www.nlgreenlabel.nl www.green-deals.nl
Duurzaamheidspaspoort
Het duurzaamheidspaspoort van een plant, product of materiaal geeft informatie over de milieuvriendelijkheid op het gebied van onder meer samenstelling, biodiversiteit, gewasbescherming, afstand en transport, bedrijfsvoering, onderhoudsniveau, duurzame energie en eindverwerking.
Zo’n zeventig partners uit de groen-, energie-, hout-, metaal- en infrasector zijn inmiddels aangesloten bij NL Greenlabel. Royal HaskoningDHV heeft aan deze partners tot nu toe al meer dan honderd duurzaamheidspaspoorten verstrekt. Het ”Handboek duurzame buitenruimte” geeft hier onder andere een overzicht van.
De nieuwe paspoorten voor complete buitenruimtes zijn driemaal verleend en geven een goed beeld van de integrale duurzaamheid van een plein, park, straat of tuin.