Een viool met één snaar: zo zou je het jongste boek van dr. Steven Paas sr. kunnen noemen. De oud-zendingswerker is bezorgd over een „ongezonde fascinatie” ten aanzien van het land, het volk en de religie van Israël.
Hij is bang dat door deze „overdreven aandacht” de centrale plaats van Christus verdwijnt en de zendingsopdracht onder Joden en heidenen wordt geblokkeerd.
Dat is een legitieme zorg en het is niet verkeerd om daarover het gesprek aan te gaan. Dr. P. de Vries heeft dit onlangs ook gedaan in zijn lezenswaardige studie ”De ene olijfboom”. Jammer genoeg slaat dr. Paas door. Met het badwater gooit hij ook het kind weg.
Israëlisme
”Israëlvisies in beweging” is de Nederlandse bewerking van het boek ”Christian Zionism Examined”. Wat in die publicatie ”christenzionisme” heet, wordt nu ”israëlisme” genoemd. Het is een label dat op iedereen geplakt wordt die liefde heeft voor het Joodse volk. Het maakt hen tot mensen die zich laten meeslepen door een ideologie. Dat dr. Paas dit ook zo bedoelt, blijkt uit zijn definitie op blz. 22 en 289.
Velen zullen zich niet herkennen in deze omschrijving. Zij zijn onder de indruk van Gods weg met Israël en bewogen met het heil van dit volk. Ze zien Gods „eerstgeboren zoon” (Exod. 4:22) als de oudste broeder in het huisgezin van God en hebben verwachting voor hem, ook als hij zich ophoudt „in het veld” (Lukas 15:25).
Na-Bijbels
Dr. Paas wil het „etnische, na-Bijbelse Israël” niet zien als erfgenaam van het Bijbelse Israël. Misschien zijn de Joden van nu gewoon bekeerde heidenen uit Rusland. En zelfs al zou er een rechtstreekse lijn lopen, wat doet het ertoe? Sinds de komst van Christus heeft Israël geen aparte plaats meer in Gods heilsplan. Het oudtestamentische Israël was slechts een „schaduw.” Kortom, het volk is uitgediend.
Mensen die geloven dat God trouw blijft aan Israël, ook na afsluiting van de canon, zijn volgens dr. Paas niet rechtzinnig. Zij zouden de openbaringsgeschiedenis laten doorlopen.
Erger nog is het als zij een blijvende betekenis zien voor de landbelofte. Indirect zetten ze daarmee niet alleen aan tot geweld, ze maken zich zelfs schuldig aan „heresie” (ketterij).
We constateren een tragische begripsverwarring bij dr. Paas. Inderdaad is Gods bijzondere openbaring afgelopen met de fixering van de Schrift. Volgens diezelfde Schrift gaat de Heere echter door met Israël. Dat ligt verankerd in Zijn verbondstrouw en Zijn verkiezend welbehagen. Deze typisch gereformeerde noties ontbreken vrijwel geheel in dit boek. Bij dr. Paas is Gods verbond niet meer dan een universeel aanbod van genade. Soms lijkt het er bijna op dat de realisering van dit verbond afhangt van medewerking door de (Joodse) mens.
Op één hoop
Het boek van dr. Paas is een kruistocht tegen alles wat maar neigt naar liefde voor het Joodse volk. Wie een positieve toekomstverwachting voor Israël koestert, wordt op één hoop gegooid met hen die de godheid van Christus relativeren, de Talmoed omhelzen, de tempel willen herbouwen, zeven bedelingen leren enzovoort. Of het nu Nederlandse oudvaders betreft of Engelse puriteinen, prof. dr. W. J. Ouweneel of dr. S. Gerssen, prof. dr. M. J. Paul of dr. M. van Campen: alles valt onder de noemer van een op hol geslagen israëlisme. Ook het Reformatorisch Dagblad krijgt een standje. Dat een kerk een apart deputaatschap instelt voor het Joodse volk, vindt dr. Paas overdreven. Dat men dit volk ”Israël” blijft noemen, is fout. En wie van „Evangelieverkondiging” spreekt, heeft het woord zending „weggemasseerd.”
Waarom gaat dr. Paas zo kort door de bocht? Is het geen zaak om je gesprekspartners recht te doen, ook als je het niet met hen eens bent? In zijn woord vooraf zegt de auteur dat hij hen wil benaderen met respect en objectiviteit. Van dit streven is helaas niet veel terechtgekomen. En geen wonder. Zijn vooropgezette agenda was te anti-Israëlistisch om nog naar anderen te kunnen luisteren.
”Puritan hope”
Een positieve Israëlverwachting wordt doorgaans onderbouwd vanuit Romeinen 11. Dr. Paas doet deze onderbouwing af met een paar pennenstreken. Hij gaat nauwelijks in op de evenwichtige publicaties van ds. P. den Butter, drs. C. den Boer, dr. Martin Lloyd-Jones en anderen. Ook de ”Puritan hope” wordt weggezet als een vorm van israëlisme. Het prachtige boek van Iain Murray over deze hoop, geschreven met kennis van zaken en warmte, ontmoet bij dr. Paas geen enkele waardering. Waarom niet? Zeggen de puriteinen soms ook dat Joden zonder Christus kunnen zalig worden? Staat Hij bij hen niet centraal? Van het israëlisme zegt dr. Paas dat het actieve zending in de weg heeft gestaan. Was dit ook het geval bij de puriteinen en hun nazaten, zoals M’Cheyne?
Zes of zeshonderd
Dr. Paas gelooft niet in een nationale bekering van Israël. En zelfs als zij plaats zou vinden, gaat het verhoudingsgewijs om slechts weinig mensen. Nee, dan is het pas opzienbarend wat in landen als China gebeurt!
Bij deze vergelijking moest ik denken aan Charles Simeon. Toen deze Schotse predikant eens had gesproken over de toekomstige bekering der Joden, schoof een vriend een briefje naar hem toe met de woorden: „Zes miljoen Joden of 600 miljoen heidenen: wat is belangrijker?” Simeon krabbelde meteen terug: „Als de bekering van de 6 leven uit de doden betekent voor de 600, wat dan?”
De ”israëlisten” hebben volgens dr. Paas gefaald in het dichterbij brengen van hun eigen voorspellingen en doel, namelijk de bekering van de Joden en het tot bloei brengen van de kerk. Ze zouden dit nu eens ruiterlijk moeten toegeven. Ik heb mijn ogen uitgewreven toen ik dit las. Wie heeft ooit gezegd dat mensen dat kunnen? En wie bepaalt wanneer dat wonder zal geschieden?
Selectief
Dr. Paas verwijt zijn tegenstanders selectief Bijbelgebruik. De Schriftgegevens die hij zelf aandraagt, zijn echter minimaal. Voortdurend verwijst hij naar de uitdrukking „het Israël van God” in Galaten 6:16. Deze tekst (tientallen keren aangehaald) fungeert als een hoeksteen in zijn betoog. Dat deze tekst ook heel anders kan worden uitgelegd, lijkt dr. Paas niet te storen. Wie het anders ziet, geeft te veel ruimte aan het Jodendom (door dr. Paas consequent aangeduid als judaïsme).
De vraag dringt zich op of deze Israëlvisie niet gewoon een nieuwe vorm van vervangingstheologie is. Zelf wijst dr. Paas deze beschuldiging van de hand. Er lijkt voor hem geen vervangingstheologie te bestaan. Het woord alleen al vindt hij een „karikatuur.”
Ook het verwijt van antisemitisme raakt hem niet (dr. Paas leidt dit woord merkwaardig genoeg niet af van Sem, een van Noachs zonen, maar van het Hebreeuwse woord dat ”naam” betekent). Hij is alleen maar „anti-judaïstisch.” Intussen lijkt hij niet te beseffen hoe flinterdun de scheidslijn tussen anti-judaïsme en antisemitisme is, vooral als dat antisemitisme zich vermomt als antizionisme.
Demoniseren?
Dr. Paas deinst er niet voor terug een aantal forse politieke uitspraken te doen (iets wat hij anderen kwalijk neemt). Israël zou zich moeten houden aan de resoluties van de Verenigde Naties. Dat de Arabische volken het verdelingsplan van diezelfde VN uit 1947 verwierpen, lijkt niet te tellen. Dat deze landen de jonge staat in 1948 aanvielen, wordt ook niet gememoreerd. Er brak kennelijk zomaar ineens oorlog uit.
Dr. Paas beschuldigt de enige democratie in het Midden-Oosten van „tal van discriminerende maatregelen.” Het land van de Joden heet „Palestina”, de veiligheidsbarrière een „muur”, en de betwiste gebieden „bezette” gebieden. Misschien moet dr. Paas het boek van dr. Matthijs de Blois, ”Israël: een staat ter discussie?” (nog eens) lezen.
De schrijver maakt duidelijk uit welke bronnen hij tapt. Met veel waardering noemt hij Sabeel, de bevrijdingstheoloog Naim Ateek en het Kairos-Palestinadocument uit 2009. Over deze giftige publicatie heb ik indertijd in deze krant geschreven. Ik laat dat daarom rusten. Maar ik meen dat we ons verre moeten houden van hen die de mond vol hebben van Israël als een „apartheidsstaat.”
Tenzij we Israël willen demoniseren. Maar dat kan toch niet de bedoeling zijn van dr. Paas? In dat geval kan hij de door hem aanbevolen „zending onder Israël” wel vergeten.
Boekgegevens
Israëlvisies in beweging. Gevolgen voor kerk, geloof en theologie, Steven Paas; uitg. Brevier, Kampen, 2014; ISBN 978 94 9158 335 3; 316 blz.; € 23,90.
Lees ook:
In debat rond Israël, kerk en christenzionisme