Geen bijval voor nieuwe waakhond in onderwijs
Reformatorische onderwijsorganisaties hebben geen behoefte aan een nieuw platform dat strijdt voor het behoud van de vrijheid van onderwijs. Zij wijzen erop dat bestaande organisaties die taak al uitvoeren.
Het idee van een nieuwe ’waakhond’ is afkomstig van ds. W. Visscher, bestuursvoorzitter van het Van Lodensteincollege en predikant van de gereformeerde gemeente te Amersfoort. Hij deed zijn suggestie afgelopen zaterdag in het RD. De predikant ziet met lede ogen aan dat er binnen en buiten de politiek geregeld stemmen opgaan om het bijzonder onderwijs af te schaffen. Volgens ds. Visscher wordt er vanuit het reformatorisch onderwijs zelf te weinig actie hiertegen ondernomen. Hij acht de tijd rijp voor een landelijk platform vrijheid van onderwijs, dat in publicaties geregeld van zich laat horen, net zoals het CIDI opkomt voor de Joodse belangen en de Burke Stichting het conservatieve gedachtegoed uitdraagt.
A. Karens, voorzitter van de reformatorische lerarenvereniging GOLV, deelt de zorg van ds. Visscher. „Er wordt gezaagd en gezaagd, totdat de poot van artikel 23 door is”, zei hij dinsdag op de jaarvergadering van de GOLV in Gouda. Artikel 23 in de Grondwet gaat over de vrijheid van onderwijs. Toch is Karens geen voorstander van een nieuwe waakhond. „Ds. Visscher noemt een goed initiatief, dat we als GOLV, samen met RMU, VGS en andere organisaties moeten oppakken. We hebben daar geen nieuw platform voor nodig.”
H. Vos, directeur van de besturenorganisatie VGS, zegt desgevraagd „wat onaangenaam verrast” te zijn door de uitlatingen van de Amersfoortse predikant. „Ik onderschrijf de gedachte erachter, maar de bestaande organisaties in het reformatorisch onderwijs zijn heel goed in staat op te komen voor de vrijheid van onderwijs. Dat doen zij al geregeld, alleen niet altijd in de schijnwerpers. Er wordt ook achter de schermen veel werk verzet.”
Het heeft volgens Vos geen zin bij elke aanval op de vrijheid van onderwijs de alarmklok te luiden. „Je moet gedoseerd te werk gaan. Toen minister Zalm voor het eerst forse kritiek op reformatorische scholen uitte, heeft de VGS daar direct op gereageerd. Als echter het kamerlid Hirsi Ali voor de zoveelste keer uitpakt over het bijzonder onderwijs, gaan wij niet steeds reageren.” Vos legt de uitlatingen van ds. Visscher niet naast zich neer. „Ik zie ze als een prikkel om extra alert te zijn op de vrijheid van onderwijs.”
RMU-directeur P. Schalk vindt het „allereerst fijn” dat ds. Visscher het probleem signaleert. „We moeten heel goed in de gaten houden wat er allemaal gebeurt rond de vrijheid van onderwijs.” Een nieuwe organisatie hoeft voor Schalk niet. „Bestaande organisaties als de VGS, de GOLV en de RMU kennen de weg naar de politiek, hebben voldoende kracht in zich om te reageren en zijn op hun beurt ook bekend bij instellingen buiten het reformatorisch onderwijs. Wel moeten ze elkáár soms sneller weten te vinden.”
Schalk noemt het platform ”Zorg voor leven” en het platform ”Waarden en normen” als positieve voorbeelden. „De gereformeerde gezindte heeft zich duidelijk laten horen. Toen minister Zalm het bijzonder onderwijs aanviel, hebben GOLV-voorzitter Karens en ik een opinieverhaal geschreven. Weliswaar alleen voor het RD, maar dat willen we vaker doen, ook voor andere kranten.”