Dat staat in het wetsvoorstel dat woonminister Stef Blok vrijdagmiddag naar de Tweede Kamer stuurde, juist halverwege de 6 weken durende parlementaire enquête naar wat er de laatste jaren allemaal is misgegaan in corporatieland. Door wilde financiële avonturen van ambitieuze corporatiebazen en vermoedelijk gesjoemel van enkele daarvan, ging een smak geld verloren.

Gemeenten en corporaties moeten afspraken maken over wat lokaal nodig en mogelijk is, blijkt uit het voorstel. Corporaties moeten commerciële projecten voortaan juridisch of administratief afsplitsen van hun kerntaak. In het eerste geval worden de commerciële activiteiten in een aparte rechtspersoon ondergebracht, zodat eventuele risico’s niet op de corporatie zelf drukken. Bij een administratieve scheiding is dat niet zo, maar krijgen ze met zwaarder toezicht te maken.

Het aantal toegestane commerciële activiteiten wordt ook nog eens verminderd. Bij zo’n administratieve splitsing mogen corporaties alleen onder strikte voorwaarden nog huizen in de vrije sector bouwen. De risico’s mogen niet te groot zijn en er worden vooraf eisen gesteld aan het rendement.

Aan leden van raden van toezicht worden kwaliteitseisen gesteld. De minister kan ze bij wanprestatie schorsen en op hun ontslag aansturen. Directeuren en bestuurders moeten investeringen vanaf 3 miljoen euro aan de raad van toezicht voorleggen. In het recente verleden was soms sprake van mandaten van tientallen miljoenen…

Blok kan de plannen nog verder aanpassen als de uitkomst van de enquête daartoe aanleiding geeft, heeft hij gezegd. De Tweede Kamer wilde ook niet dat de enquête het wetgevingsproces zou ophouden.