Door alle ophef is het instituut Nationale ombudsman „zwaar onder druk” komen te staan, vindt Brenninkmeijer, die zelf in 2005 werd benoemd als ombudsman. Ook noemt hij het kwalijk dat het lang duurt voor een opvolger is benoemd. „Het kan eigenlijk niet dat het zo lang duurt.”

De schuld ligt volgens Brenninkmeijer bij de politiek. „Destijds heb ik een brief geschreven aan de Tweede Kamer over de benoeming van de vice-president van de Raad van State. Daarin heb ik aandacht gevraagd voor de grote problemen rondom de benoeming van dit soort topfuncties en de politisering ervan in Nederland. De Tweede Kamer was enigszins getergd en heeft de brief naast zich neergelegd. Er wordt vooral met een politiek oog gekeken, terwijl het eigenlijk om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid gaat in deze functie.”

Op de vraag wie na de terugtrekking van Guido van Woerkom de nieuwe ombudsman moet worden, wil Brenninkmeijer niet ingaan.