Economie

OESO: Inkomensongelijkheid Nederland daalt

PARIJS (ANP). De inkomensongelijkheid in Nederland is tussen 2007 en 2011 licht afgenomen. Dat blijkt uit cijfers die de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) donderdag heeft gepubliceerd.

19 June 2014 13:47Gewijzigd op 15 November 2020 11:25
Foto ANP
Foto ANP

De OESO meet de ongelijkheid via de zogeheten Gini-coëfficiënt. Die geeft een uitslag van 0 tot 1, waarbij 0 staat voor volledige gelijkheid en 1 voor een volledig scheve verdeling, waarbij één persoon al het inkomen krijgt. In Nederland zakte die graadmeter van 0,3 in 2007 naar 0,28 in 2011. In alle 33 geïndustrialiseerde landen die lid zijn van de OESO stabiliseerde dit cijfer in doorsnee op 0,32. De ongelijkheid is in negen van die landen kleiner dan in Nederland.

De ongelijkheid steeg het hardst in Spanje, Griekenland en Ierland. In onder meer Polen, Portugal, Finland en Zuid-Korea werd de verdeling meer gelijk.

De armoede in Nederland nam wel toe. In 2007 leefde volgens de OESO 6,7 procent van de Nederlanders onder de armoedegrens, in 2011 gold dat voor 7,8 procent. De armoedegrens werd daarbij gelegd op de helft van het inkomen dat in het midden ligt van de inkomensverdeling in het betreffende land.

De relatieve armoede is het hoogst in Mexico, waar ruim 21 procent van de bevolking onder de armoedegrens bivakkeert. Dit percentage was met 5,9 procent het laagst in IJsland en Tsjechië.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer