Volgens de rekenmeesters reageert de werkgelegenheid vertraagd op het voorzichtige herstel van de economie. Bedrijven zijn voorzichtig met het aannemen van mensen.

De Nederlandse economie groeit vooral dankzij een hogere uitvoer. Dit jaar gaat het om een toename van 0,75 procent, voor volgend jaar wordt een vooruitgang met 1,25 procent verwacht. Het CPB houdt daarmee ondanks het tegenvallende eerste kwartaal vast aan de eerdere prognoses die voor de groei in 2014 en 2015 werden gedaan. Het planbureau is daarmee positiever dan bijvoorbeeld De Nederlandsche Bank, die voor dit jaar uitgaat van een groei van slechts 0,2 procent.

Het CPB gaat ervan uit dat de krimp in het eerste kwartaal een tijdelijke dip was die de komende kwartalen wordt goedgemaakt en ziet duidelijke tekenen van herstel. Zo neemt de productie van de industrie en de bouw al enkele kwartalen fors toe, groeit het consumenten- en producentenvertrouwen maandelijks, zijn de huizenprijzen stabiel en is de daling van de werkgelegenheid afgezwakt.

Het begrotingstekort blijft onder de Europese grens van 3 procent, maar loopt dit jaar wel op tot 2,9 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Volgend jaar daalt het overheidstekort naar 2,2 procent. De toename dit jaar komt onder meer door de lagere opbrengst van aardgas. De daling volgend jaar vloeit voort uit maatregelen om de tekorten weg te werken en is ook het gevolg van de verder aantrekkende economie.

De staatsschuld neemt volgens het CBP toe, dit jaar naar 74,6 procent van het bbp en volgend jaar tot bijna 75 procent (74,9).

De export van goederen trekt aan. Ook de consumptie neemt toe, wat betekent dat mensen meer geld gaan uitgeven. Volgens het CPB kan het geld dat huishoudens door de lagere gasrekening ‘overhouden’ worden uitgeven aan andere zaken. De inflatie is en blijft laag, net als in de rest van Europa.