De Nederlandse economie groeit dit jaar met een „heel bescheiden” 0,2 procent. Eerder ging DNB uit van 0,5 procent. De verlaging hangt onder meer samen met de milde winter, die de gasproductie en daarmee het bruto binnenlands product (bbp) in het eerste kwartaal flink drukte. Voor volgend jaar verwacht DNB een groei van 1,6 procent, tegen 0,9 procent bij de vorige schatting in december. Ook voor 2016 wordt op een groei van 1,6 procent gerekend.

Daartegenover staan meevallende cijfers over met name de bedrijfsinvesteringen, die sinds medio 2013 flink zijn aangetrokken. Ook het vertrouwen bij zowel consumenten als ondernemers is flink toegenomen. „Die cijfers zeggen meer dan die 0,2 procent groei die we voor dit jaar verwachten”, aldus DNB-directeur Job Swank.

De huizenmarkt vertoont na het dieptepunt vorig jaar zomer, tekenen van herstel. Het vertrouwen in de woningmarkt is volgens DNB terug op het niveau van voor de crisis. Dat vertaalt zich in een toename van het aantal verkopen en vanaf volgend jaar ook in een stijging van de huizenprijzen, die oploopt tot tegen de 3 procent in 2016.

Ook de arbeidsmarkt lijkt volgens Swank de bodem te hebben bereikt. Vanaf volgend jaar trekt de werkgelegenheid aan. De werkloosheid piekt dit jaar op 7,1 procent, en daalt vervolgens naar 6,8 procent volgend jaar en 6,6 procent in 2016. Eerder ging DNB voor dit en volgend jaar nog uit van een werkloosheid van 7,4 procent.

De lonen komen eveneens weer in beweging, terwijl de inflatie voorlopig laag blijft. Daardoor krijgen mensen gemiddeld meer te besteden en komt de consumptie na jaren van stagnatie weer op gang. Keerzijde is dat de loonstijgingen de concurrentiepositie van Nederland ondergraven.