VVD en PvdA koersen af op impasse over hervorming belastingen
DEN HAAG. Tussen VVD en PvdA dreigt een patstelling te ontstaan over de toekomst van het belastingstelsel.
Het conflict spitst zich toe op de vraag of tegenover de door beide partijen bepleite lagere belasting op arbeid, de belasting op vermogen juist wat moet worden opgevoerd. Nadat coalitiepartner PvdA daar de afgelopen weken openlijk voor pleitte, gooide VVD-fractievoorzitter Zijlstra zaterdag in De Telegraaf de deur richting een hogere vermogensbelasting resoluut dicht. De weg van aantasting van „de grote pot geld, waar links begerig naar kijkt” noemde hij „niet begaanbaar.”
Nu de hervormingen die het kabinet zich in het regeerakkoord ten doel had gesteld op hoofdlijnen zijn afgerond, wil de coalitie de resterende tijd benutten om het fiscale stelsel te vereenvoudigen. Vorige week bleek al dat het kabinet daartoe binnenkort met voorstellen komt. Vrijdag meldde staatssecretaris Wiebes (Financiën) dat die voorstellen pas na de zomer worden verwacht. De oppositiepartijen wijten die traagheid aan de toenemende patstelling binnen de coalitie. Bij de onderhandelingen over de begroting van volgend jaar zouden PvdA en VVD zich volgens hen ook niet als één blok opstellen.
In tegenstelling tot zwaardere belastingen op vermogens wil de VVD juist verder snijden in de overheidsuitgaven, zoals de zorg-, huur- en andere toeslagen die de Belastingdienst uitkeert, om een verlaging van de belastingen op arbeid te financieren. Ook D66, de SGP en het CDA zitten op die lijn. Een lagere belasting op arbeid moet het aantrekkelijker maken voor bedrijven om mensen aan te nemen, wat de opgelopen werkloosheid kan drukken.