Behoudende rooms-katholieken: een vaak vergeten groep
UTRECHT. Dat de Nederlandse Rooms-Katholieke Kerk na 1960 steeds progressiever werd, is uitvoerig geboekstaafd. Maar dat er binnen die kerk eveneens een tamelijk brede tegenbeweging was, wordt in de geschiedschrijving vaak weggelaten of vergeten. „Er lag destijds bij journalisten een sterke focus op vernieuwing.”
Dat zei dr. Marjet Derks (Radboud Universiteit Nijmegen) vrijdag in Utrecht op het symposium ”Hemelbestormers. Radicaliteit, religie en samenleving”, georganiseerd door het wetenschappelijk tijdschrift Religie & Samenleving. De conservatieve tegenbeweging in het Nederlandse rooms-katholicisme „uitte zich vaak heel emotioneel, ook omdat men het gevoel had nergens gehoord te worden; men miste een eigen platform”, aldus Derks.
De Volkskrant bijvoorbeeld, vanouds een rooms-katholiek dagblad, bevond zich indertijd in een overgangsfase naar een progressieve krant. „De journalisten van dit dagblad hadden een sterke focus op vernieuwing en waren niet zelden ook persoonlijk sterk bij de vernieuwingsbeweging betrokken. Dat maakte dat men ingezonden brieven van gelovigen die kritisch of afwijzend stonden tegenover progressieve tendensen niet plaatste of maar mondjesmaat opnam.”
Toch bestond die tegenbeweging wel degelijk, al is de groep qua omvang moeilijk te duiden en was men, sociaal gezien, afkomstig uit zeer verschillende sferen. Zo was daar pater Theo Steltenpool, een intellectueel die begin jaren zeventig vele brochures schreef, waaronder ”Orthodoxie verboden?” In zijn geschriften ageerde de inwoner van Steyl tegen het door hem verfoeide ”progressivisme”, waarvoor in zijn ogen de Nederlandse bisschoppen, in het bijzonder kardinaal Alfrink, de loper hadden uitgelegd.
Een andere vertegenwoordiger van de conservatieve beweging was pater Koopman, net als Steltenpool een gewezen verzetsstrijder tegen de nazi’s. Hij trok met een tot mobiel Maria-altaar omgebouwde vrachtauto het land door in zijn strijd tegen abortus.
Minder bekend is Louis Knuvelder, aanvoerder van het strijdbare gezelschap ”het Michaël-Legioen”. Hij was in de ban van de Amsterdamse Ida Peerdeman, een vrouw die zich beriep op Mariaverschijningen en boodschappen waarin Gods oordeel over de wereld werd aangekondigd.
Hoe verschillend al deze groepen en groepjes ook waren, ze hadden gemeen dat zij zich als échte rooms-katholieken zagen die vasthielden aan de officiële leer van de kerk. Omdat zij geen goed platform hadden, richtten zij zich noodgedwongen op eigen, zeer marginale media. Een ander regelmatig gebruikt strijdmiddel: brieven schrijven naar Rome of op audiëntie gaan bij de paus.
Enigermate succesvol was nog wel de Rooms-Katholieke Partij Nederland (RKPN), die onder leiding van de Friese leraar Beuker in 1972 één Kamerzetel haalde. Onderlinge ruzies –eigenlijk steeds een kenmerk van de rooms-katholieke, conservatieve tegenbeweging– deden de partij echter de das om, zodat zij in 1977 weer uit het parlement verdween.