Voeding doet er wel degelijk toe
Voeding betekent meer in de strijd tegen kanker dan Ben de Jong RD 3-6 doet voorkomen, reageert Jan van Klinken.
Begin 2013 publiceerde ik in deze krant het verhaal van Martin Lanting uit Roden. Bij hem was slokdarmkanker vastgesteld in een zodanig stadium dat de oncoloog niets meer voor hem zei te kunnen beteken. In plaats van zijn dood af te wachten, liet Lanting zich in de Duitse Helioskliniek in Hüls behandelen. Behalve chemo kreeg hij daar hoge doseringen vitaminen, kurkuma, selenium en verder hyperthermie. Lanting genas en maakt het tot de dag van vandaag prima.
Ds. Tiemen Meijer uit Werkendam kreeg in het voorjaar van 2013 dezelfde boodschap als Lanting. Een inwoner van zijn dorp was zo attent om bij hem de publicaties over Martin Lanting in de brievenbus te stoppen. De predikant bedacht zich geen moment, ging naar Hüls, ook hij genas en ook hij maakt het tot de dag van vandaag prima.
Heb ik ds. Meijer valse hoop gegeven door te schrijven over de kliniek in Hüls? Of, een ander verwijt van Ben de Jong, heeft Hüls zich in de gevallen van Lanting en Meijer schuldig gemaakt aan overbehandeling? Ik hoor het graag.
Eenvoudig
Verder zou bij mij de misvatting hebben postgevat dat er een verband is tussen voeding en kanker. Volgens De Jong is er heel veel onderzoek gedaan naar die relatie, maar zijn de uitkomsten vooralsnog onduidelijk. Het Wereld Kanker Onderzoek Fonds (WKOF) is een andere opvatting toegedaan. „Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het risico op kanker met een derde verminderd kan worden door gezonde voeding en leefstijl”, stelt het WKOF op zijn website. Een derde!
Voordat De Jong deze organisatie met hetzelfde gemak door het putje spoelt als de Moermanvereniging, wil ik erop wijzen dat het WKOF een vijfjarige samenwerking met de universiteit van Wageningen is aangegaan. Het werkt nauw samen met prof. Ellen Kampman, iemand die toch moeilijk als kwakzalver of als dubieuze wetenschapper kan worden betiteld.
Dat wat de relatie betreft tussen voeding en het ontstaan van kanker. Over de rol van voeding en vitamines bij de behandeling van kankerpatiënten kunnen we minder stellig zijn. Dat ben ik met De Jong eens. Wel kun je in zijn algemeenheid zeggen dat patiënten de vaak loodzware behandelingen veel beter doorstaan als ze in een goede conditie verkeren. Anders gezegd: als hun immuunsysteem optimaal functioneert. Geen oncoloog in dit land die dat zal ontkennen. En wat is er goed voor ons immuunsysteem? Inderdaad, vitaminen en gezonde voeding. Hoe eenvoudig kan geneeskunde zijn.
Opzienbarend
Mocht De Jong die redenering te simpel vinden, dan zijn er intussen toch al aardig wat onderzoeken die wetenschappelijk houvast bieden. Ik zal er eentje uitpikken. Die is van zeer recente datum. Het betreft het promotieonderzoek van de Tilburgse oncoloog Dorry Boll. Ze deed onderzoek onder 30.000 vrouwen met baarmoederkanker. Haar conclusie: Je kunt de overleving gunstig beïnvloeden door je voeding en leefstijl aan te passen.
Als ik valse hoop wek, doe ik dat dus samen met Dorry Boll en andere wetenschappelijke onderzoekers. Maar er is meer. De Jong schuift me ook nog in de schoenen dat ik de schijn zou blijven ophouden dat voeding en hyperthermie regelmatig leiden tot genezing. Ook zou ik gouden bergen beloven. Ik weet niet waar De Jong dat allemaal vandaan haalt, maar ik kan me werkelijk niet herinneren dat ik dat ooit heb opgeschreven.
Verder overlijden volgens hem veel behandelde mensen in de Duitse kliniek in Hüls alsnog. Ik zal de laatste zijn die dat ontkent. Anderzijds is het wel zo dat zich in de Duitse kliniek veel Nederlandse patiënten melden die in ons land uitbehandeld zijn. Al zou maar 5 procent in Hüls genezen dan wel aanzienlijk langer overleven, dan zou dat al zeer opzienbarend zijn. Dat aspect lijkt De Jong over het hoofd te zien.
Bewondering
Tot slot beroept De Jong zich op een vroegchristelijke denker die dokters heeft gewaarschuwd om niet ten koste van alles te blijven behandelen. Ik weet niet voor wie deze verwijzing is bedoeld, maar niet alleen buiten maar ook binnen ziekenhuizen zijn behandelaars te vinden die met deze lessen hun voordeel zouden kunnen doen.
Daarmee wil ik allerminst de reguliere artsenij in diskrediet brengen. Ik heb juist heel veel bewondering voor de ziekenhuisgeneeskunde en voor de mensen die in deze sector met grote toewijding bezig zijn. Het is alleen jammer dat er lang niet altijd oog is voor de eigen beperkingen én voor de inzichten buiten de eigen muren.
De auteur is freelancejournalist.