Weinig vrees voor ontsporen euthanasiepraktijk
DEN HAAG. De vrees van oud- psychiater Chabot dat de euthanasiepraktijk in de psychiatrie dreigt te ontsporen, wordt binnen de beroepsgroep van psychiaters maar mondjesmaat gedeeld.
Dat bleek woensdag uit een hoorzitting over dit thema in de Tweede Kamer.
Psychiater P. Stärcke, die optrad als woordvoerster namens de wetenschappelijke beroepsvereniging van psychiaters, noemde de huidige euthanasierichtlijn voor psychiaters genuanceerd en werkbaar. „Bij het inschatten van het behandelperspectief van patiënten met een euthanasiewens past psychiaters enige bescheidenheid. Volgens de richtlijn is er een redelijk behandelperspectief als er binnen afzienbare tijd een aanzienlijk resultaat te verwachten is.” Een euthanasieproces voorbereiden en uitvoeren moet volgens Stärcke onderdeel worden van de verzekerde zorg. „Zorgverzekeraars hebben momenteel nog geen passende financiële dekking geregeld voor deze arbeids- en tijdsintensieve vorm van behandeling.”
Een update van de euthanasierichtlijn door psychiaters, nodig vanwege „de veranderde tijdgeest”, staat volgens Stärcke op de planning. Het uitgangspunt van de huidige richtlijn dat een verzoek om euthanasie eerst moet worden gezien als een verzoek om levenshulp, noemde zij achterhaald. „Mijn standpunt is dat een doodswens als zodanig serieus genomen moet worden. Uiteraard moet uitgesloten worden dat er sprake is van suïcidaliteit als gevolg van een stoornis die behandelbaar is.”
Tussen 2002, toen de euthanasiewet van kracht werd, en 2010 kwam euthanasie in de psychiatrie, afgaande op het aantal meldingen van artsen, slechts vijf keer voor. Tussen 2011 en heden willigden artsen daarentegen 88 euthanasieverzoeken van psychiatrische patiënten in. Ook de euthanasiewens van een patiënte met een extreme vorm van smetvrees en die van een patiënt die na zijn pensioen ging lijden aan aanpassingsstoornissen en zware depressies werden uitgevoerd.
De toetsingscommissies voor euthanasie beoordeelden alle meldingen op één uitzondering na als zorgvuldig. Het inwilligen van de twee controversiële verzoeken werd goedgekeurd, hoewel de artsen van de nieuwe Levenseindekliniek de euthanasie uitvoerden zonder dat ze met de patiënten een intensieve behandelrelatie hadden opgebouwd.
Oud-psychiater Chabot begon daarop een offensief om de euthanasierichtlijn voor psychiaters aan te scherpen. Voor de meeste psychiaters en ethici die de Kamer dinsdag raadpleegde, is dat nu nog geen halszaak. Ethicus G. van Dijk stelde dat „in de loop der tijd” het aantal meldingen van euthanasie in de psychiatrie sterk zou kunnen toenemen, of dat artsen onvoldoende behoedzaam zouden kunnen blijken te zijn. „Aanvullende maatregelen kunnen dan worden overwogen.” Psychiater M. Doorakkers waarschuwde voor het met kleine stapjes oprekken van de zorgvuldigheidscriteria. „Veel kleine tikjes maken een grote verschuiving.”
De diverse patiëntverenigingen in de psychiatrie zijn verdeeld over euthanasie. De stichting Euthanasie in de Psychiatrie, opgericht door twee moeders die een kind verloren door zelfdoding nadat een psychiater hun euthanasieverzoek afwees, vindt dat de euthanasiewens van psychiatrische patiënten beter moet worden gehoord.
Woordvoerder P. Ulrich van het Landelijk Platform Ggz beklemtoonde, anders dan psychiater Stärcke, dat een doodswens in de psychiatrie vaak moet worden gezien „als een roep om levenshulp: help me rust te vinden.” Het platform pleit voor investeren in nieuwe behandelmogelijkheden, maar vindt tegelijkertijd dat psychiatrische patiënten de mogelijkheid moeten krijgen om afscheid te nemen van het leven „als behandelen na tig jaar zonder acceptabel resultaat is gebleven en het leven voor de persoon onleefbaar is gebleken.”
„Barmhartigheid geen beslissend argument”
Redactie politiek
DEN HAAG. „Euthanasie bij iemand met een psychiatrische ziekte mag niet worden verward met een nette manier hem of haar te helpen een einde aan zijn leven te maken, omdat hij dat anders zelf op een wellicht gevaarlijke manier zou doen.” Daarvoor waarschuwde psychiatrisch patiënte Niki Peters, die jarenlang kampte „met een soort aanhoudend en heimelijk verlangen naar stoppen met leven”, woensdag in de Tweede Kamer. „Hoe zou het gegaan zijn als ik in aanraking was gekomen met de Levenseindekliniek? Dan was ik nooit in aanraking gekomen met de herstelondersteunende zorg die mijn leven veranderde. Dan had ik niet ontdekt dat er voor mij een zinvol leven mogelijk was, ondanks mijn chronische, dubbele psychiatrische ziekte.”
Directeur E. Wiegman van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) stelde woensdag dat psychiaters meer moeten investeren in het behandelen van psychisch leed, zoals machteloosheid, wanhoop of gemis aan levenszin. De overheid moet burgers faciliteren, zodat ze psychiatrische patiënten in hun buurt kunnen ondersteunen. Daarmee wordt ook voorkomen dat deze gestigmatiseerd raken, aldus de NPV.
Van de artsen die de Kamer woensdag raadpleegde, nam alleen prof. dr. G. Glas afstand van euthanasie bij psychiatrische patiënten. „Bezien vanuit de principes voor professioneel handelen behoort actieve levensbeëindiging niet in de psychiatrie.”