Werkloosheid aanpakken door grenzen te openen
RIJSWIJK (ANP). De relatief hoge werkloosheid in vooral de grensregio’s met Duitsland zou voor een groot deel kunnen worden opgelost als de grensbarrières worden geslecht. De administratieve regelingen om te werken in het buitenland zijn nog steeds te ingewikkeld om ook over de grens aan de slag te gaan. In die zin is er nog steeds geen Europese Unie voor de burgers.
Tot die conclusie komen de makers van de nieuwe Atlas voor Gemeenten. Daarin worden ontwikkelingen van de 50 grootste gemeenten in Nederland met elkaar vergeleken. Dit jaar is het thema economie en arbeidsmarkt.
De verschillen tussen gemeenten zijn soms groot. Zo werkt in Enschede maar 56 procent van alle 15- tot 64-jarigen. In Haarlem is dat percentage 73 procent. Ook in andere grensregio’s, zoals Limburg, is de zogeheten arbeidsparticipatie laag. Deels wordt dat verklaard door de vergrijzing en het wegtrekken van hoogopgeleide mensen naar andere regio’s. Maar ook doordat de opleiding en vaardigheden van potentiële werknemers niet altijd aansluiten op wat er op de arbeidsmarkt wordt gevraagd.
„Een oplossing zou zijn om de grensbarrières te slechten. Dat maakt het voor mensen in de grensregio’s Overijssel, Gelderland en Limburg makkelijker om in Duitsland te gaan werken. Daar is ook meer werk”, licht Gerard Marlet van Atlas voor Gemeenten de cijfers toe. De lage deelname aan arbeid is in de ogen van Marlet een voorbode voor problemen in die betreffende gemeenten, „zeker nu die meer verantwoordelijk worden voor de arbeidsdeelname van hun inwoners”.
De makers van de atlas voorspellen dat na de Participatiewet de ene gemeente het veel moeilijker krijgt dan de andere. Sommige gemeenten moeten dan ook een ander arbeidsmarktbeleid voeren. En omdat de arbeidsmarkt geen rekening houdt met gemeentegrenzen, kan er beter op regionale schaal beleid worden gemaakt, is het advies van Atlas voor Gemeenten.