De D66’er achter het succes van de SGP
HAUWERT. Dat de SGP, na haar stille gedoogrol tijdens Rutte I, op het huidige kabinetsbeleid opnieuw stempels weet te drukken, heeft de partij te danken aan een Statenlid van D66.
Kleine oorzaken kúnnen grote gevolgen hebben. Zo zou volgens sommigen de luchtverplaatsing door een vlindervleugel zelfs een orkaan kunnen veroorzaken aan de overzijde van de wereld.
Iets minder extreem, maar evengoed opvallend, is het grote gevolg van de kleine misser die het Noord-Hollandse D66-Statenlid Wim Cool op 23 mei 2011 beging, toen hij –zoals gebruikelijk in Nederland– als lid van de Provinciale Staten de huidige Eerste Kamer koos.
In het stemhokje in het Provinciegebouw in Haarlem was het rode potlood waarmee de 71-jarige jurist van plan was het vakje van D66 in te kleuren, even uit het zicht geraakt. Cool: „Ja, het lag achter een richeltje, maar dat zag ik dus niet.” In een reflex greep het Statenlid daarom maar naar de blauwe pen in zijn binnenzak en maakte zijn keuze.
„Dat ben ik”, wist Cool direct toen hij hoorde dat er één Statenlid een ongeldige stem had uitgebracht. Heel even hoopte hij nog op clementie, maar de Kiesraad bleek onvermurwbaar. In de Kieswet staat het ook letterlijk: „Een Statenlid brengt zijn stem uit door een wit stipje vóór de kandidaat naar keuze rood te maken” (Artikel T4, lid 1). En rood ís nu eenmaal rood.
Dus ja, stelde ook Kiesraad-directeur Melle Bakker al snel; als Cool „bijvoorbeeld met lippenstift” had gestemd, was er niets aan de hand geweest. Maar blauw, dat kon écht niet.
Cool: „Een aantal jaar eerder was er bij ons in Noord-Holland ook al eens verkeerd gestemd, door iemand van GroenLinks. Dat is toen, omdat lang onduidelijk bleef wie hier achter zat, nog een hele soap geworden. Zoiets wilde ik voorkomen. Ik heb daarom direct gezegd: ik was het en het was dus niet de bedoeling.”
Daarmee was de kwestie afgedaan, dacht Cool. Maar omdat de Noord-Hollandse stem een grote invloed had op het geheel en er elders in het land door een D66’er bewust op een andere partij was gestemd, had zijn misser grote gevolgen; D66 kreeg niet zes zetels in de Senaat, maar eentje minder. De SP kreeg er juist eentje meer.
Cool: „Toen dat duidelijk werd, kwam ik in de maalstroom van de media. Mijn vrouw, die van niets wist, kreeg de pers aan de lijn. „Weet u wel wat er met uw man is gebeurd?” Ze dacht haast dat ik een ongeluk had gekregen. Ik had die dagen in elk tv-programma kunnen optreden. Maar dat wilde ik niet. Het was een fout en daar hoef je niet mee te koop te lopen.”
Hoewel Cool met het voorval nadien nog regelmatig is geplaagd –zo loofde D66-leider Pechtold op Twitter een fles wijn uit voor de allerbeste grap-, werd de sfeer nooit vervelend.
„Mensen zeiden: ik kén Wim, ik wéét hoe hij in elkaar zit. Ik was het vertrouwen dus niet kwijt. Wel heb ik daarna, met een knipoog naar die extra zetel voor de SP, nog een doos tomaten aangeboden aan de D66-fractie in de Senaat. Met de boodschap: als jullie willen, dan mag je mij nu bekogelen. Goed, dat is dus niet gebeurd.”
Sindsdien heeft Cool weinig meer over het voorval nagedacht. Totdat hij zich, door de uitnodiging voor dit interview, voor het eerst realiseerde dat de greep naar zijn blauwe pen pas ruim een jaar later, na de nieuwe verkiezingen in de Tweede Kamer, bepalend is geweest voor de onderhandelingspositie van de SGP.
Want had D66 zes zetels gekregen in plaats van vijf, dan was de samenwerking met de ChristenUnie voldoende geweest om de in 2012 aangetreden coalitie van VVD en PvdA in de Senaat aan de benodigde acht zetels voor een meerderheid te kunnen helpen. En wie zich nog herinnert hoe Pechtold, na de val van Rutte I, een pact sloot met CU en GL om het demissionaire kabinet in ruil voor begrotingssteun tot concessies te dwingen, en de SGP daarbij pijnlijk aan de kant liet staan, beseft dat de huidige rol van de SGP dan waarschijnlijk een andere zou zijn geweest.
Cool: „Dat weet ik wel zeker! Enerzijds omdat je met minder spelers nu eenmaal sneller een akkoord bereikt. Maar ook omdat de afstand tussen D66 en de CU minder groot is dan met de SGP. De CU is toch een stuk progressiever in haar benadering. Ik denk dat D66’ers hierdoor van nature makkelijker met die partij samenwerken. De SGP ken ik ook, ik woon vlak bij Opperdoes, waar je veel strenggereformeerden hebt die zeer strak zijn in de leer. Vrouwen mogen niet meedoen en zo. Bij de CU is dat anders. Die zijn toch wat meer verlicht.”
Pechtold noemde uw misser destijds een „menselijke fout.” Sommige SGP’ers zien er echter de leiding in van Boven.
„Haha, het was dus een soort invisible hand? Ik kan me dat vanuit hun visie wel indenken, maar ik sta daar echt anders in. Er gebeuren nu eenmaal altijd onverwachte dingen in het leven. Mensen die geloven zeggen dan vaak: dat komt van God.”
Hoe kijkt u aan tegen de samenwerking tussen D66, CU en SGP?
„Ze hebben, met de CU als een stabilisator danwel katalysator tussen D66 en SGP in, een niet te verwaarlozen rol in deze politieke constellatie. Als simpel Statenlid zeg ik: het wérkt wel. Er worden door deze gelegenheidscoalitie dingen tot stand gebracht die goed zijn voor Nederland. En het geeft ook een stuk stabiliteit die hard nodig was. Er is ook durf nodig voor wat er nu gebeurt. Hier en daar worden de kabinetsplannen iets afgezwakt, maar het blijven toch enorme operaties met een grote impact op de maatschappij. We zijn bezig een hele andere samenleving te creëren. De verzorgingsstaat is over. Al zijn maatschappelijke omwentelingen ook weer van alle tijden. Alles komt en gaat. Er is niets nieuws onder de zon, zo leert ook de Prediker. Maar dat weet ú vast beter dan ik.”