Kinderombudsman strijdt voor Li en lotgenoten
UTRECHT (ANP). Zaak 4 in de 54 voorbeelddossiers die de Kinderombudsman maandag publiek heeft gemaakt, is volgens Marc Dullaert zo’n sprekend voorbeeld waarin de geest van het kinderpardon niet wordt nageleefd.
De Kinderombudsman trekt deze week, voorafgaande aan de hoorzitting (woensdag 28 mei) en een overleg met de vaste Kamercommissie (4 juni) over het kinderpardon, ten strijde tegen de strikte uitleg van de regels door staatssecretaris Fred Teeven.
In zaak 4 bijvoorbeeld, die van Li (8) uit Utrecht, is volgens de Kinderombudsman niet uit te leggen waarom het kind geen verblijfsvergunning krijgt.
Li is volgens dossier 4 in Utrecht geboren en leerling op een basisschool in de Domstad. Hij verblijft langer dan 5 jaar aaneengesloten in Nederland, is hier geworteld en verdient op basis van het VN-Kinderrechtenverdrag een verblijfsvergunning, aldus Dullaert.
Li’s beroep op het kinderpardon is echter afgewezen, omdat het gezin sinds langer dan een periode van maximaal 3 maanden uit beeld is geweest bij de IND, de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V), het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), de Vreemdelingenpolitie en/of NIDOS, de jeugdbeschermingsorganisatie voor vluchtelingen.
Jammer voor Li, maar volgens staatssecretaris Teeven is het kind tussen 27 juli 2010 en 29 oktober 2012 langer dan 3 maanden ‘uit beeld’ geweest bij de rijksoverheid. Ruim 100 kinderen treft volgens de Kinderombudsman hetzelfde lot op dezelfde gronden.
Maar uit het dossier in zaak 4 blijkt dat de burgemeester van Utrecht heeft verklaard dat het gezin vanaf 2007 - het jaar van vestiging - „continu onder enige vorm van toezicht is geweest”. De woon- en leefsituatie van het gezin „is regelmatig besproken met de gemeentelijke beleidsadviseur”. Moeder en kind zijn in 2005 door de overheid uit de opvang van het COA gezet en raakten mede daardoor uit beeld bij de instanties in de vreemdelingenketen, aldus het dossier.
In een analyse concludeert de Kinderombudsman: „Dit kind is geboren in Nederland en verblijft hier dus al 8 jaar. De Kinderombudsman vindt dat dit kind daarom onder het kinderpardon zou moeten vallen.”
Li en zijn lotgenoten hebben volgens hem wel degelijk onder rijkstoezicht gestaan. Zij vallen onder het gemeentelijke bureau leerplicht en bij het Basisregister Onderwijs (BRON) van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) van het ministerie van Onderwijs. „Onder rijkstoezicht dus”, constateert de ombudsman.