Fel debat om basisscholen Ederveen
EDE. De nieuwe politieke verhoudingen in de gemeenteraad van Ede werden donderdagavond scherp zichtbaar in een fel debat over de huisvestingsproblemen van de twee christelijke basisscholen in Ederveen. De SGP, sinds enkele dagen geen coalitiepartij meer, vroeg de nieuwe D66-wethouder Weijland duidelijkheid te geven over de situatie.
De reformatorische Calvijnschool kampt als gevolg van een groeiend leerlingental al geruime tijd met ruimtegebrek. De school probeert kinderen met leermoeilijkheden zo lang mogelijk onderwijs te bieden en is daardoor ook aantrekkelijk voor ouders van buiten Ederveen. Tot nu toe kan de school uitwijken naar leegstaande lokalen van de naburige protestants-christelijke Julianaschool, waarvan het aantal leerlingen juist krimpt.
Voor de komende jaren verwacht de Calvijnschool een verdere toename van het leerlingental. Het schoolbestuur heeft de gemeente Ede daarom om een permanente oplossing gevraagd. Een nieuw schoolgebouw, eventueel samen met de Julianaschool, heeft de voorkeur.
De gemeente voelt daar niet voor. Ze neemt op grond van eigen bevolkingscijfers aan dat „het aantal leerlingen niet significant zal stijgen.” Volgens het schoolbestuur wordt er geen rekening gehouden met de leerlingen van buiten de gemeente Ede.
De gemeente wil graag dat de twee scholen van gebouw ruilen. Als de Calvijnschool wel groeit, kunnen er extra lokalen worden geplaatst op een perceel in de buurt waar nu nog tennisvelden zijn. De lokalen die de Julianaschool niet nodig heeft zouden ruimte kunnen bieden aan een zorgcentrum, menen Burgemeester en Wethouders.
Beide schoolbesturen hebben recent laten weten dat nieuwbouw voor hen „het enige aanvaardbare scenario” is. Ruiling is in hun ogen niet realistisch, ook omdat de schoolgebouwen al minstens veertig jaar oud zijn. Bovendien is de hervormde gemeente in Ederveen mede-eigenaar en -gebruiker van een deel van de Julianaschool, die bij de hervormde kerk staat.
SGP-raadslid Versteeg vroeg om een interpellatiedebat, omdat de directeuren van de twee basisscholen maandag tijdens een inspraakmogelijkheid „forse, choquerende uitspraken” over de gemeente deden. Ze noemden het voorstel voor scholenruil „een konijn uit de hoge hoed.” B en W spraken juist van constructief overleg. Bovendien vindt de SGP het niet juist dat de gemeente voor verdere plannen de telgegevens van 1 augustus afwacht. Versteeg: „Rond 1 september moeten de leerlingen wel onderwijs krijgen. Kunt u in een maand tijd een noodoplossing bieden?”
De vragen die Versteeg in het interpellatiedebat had willen stellen en die hij vooraf bekend had gemaakt, bleken donderdagochtend al door wethouder Weijland beantwoord te zijn. Daarmee was de SGP „geschoffeerd”, oordeelde Versteeg. „Ons wordt zo de mogelijkheid ontnomen om het debat te voeren.”
Van de fractievoorzitters Salim (D66) en Boot (CDA) kreeg Versteeg het verwijt de kwestie op te kloppen. „Dit had makkelijk afgekund met schriftelijke vragen. Het verhaal van de schoolbesturen was al langer bekend.”
Wethouder Weijland, nieuw als gemeentebestuurder en nog wat onbekend met de gang van zaken, verontschuldigde zich voor zijn voortijdige antwoorden, volgens hem voortkomend uit „onbezonnen enthousiasme.” Binnenkort heeft Weijland een gesprek met beide schooldirecteuren. Voor de vergadering van 3 juli zegde hij een doorberekening van de scenario’s toe. „Alle opties zijn nog denkbaar, het belang van de hervormde gemeente wordt zeker meegewogen. We streven naar passende voorzieningen die kunnen rekenen op een breed draagvlak.”