Gehandicapt in Hitler-Duitsland
Titel:
”Vallei van liefde”
Auteur: Edna Hong
Uitgeverij: De Groot Goudriaan, Kampen, 2001
ISBN 90 6140 758 3
Pagina’s: 189
Prijs: € 11,35. ”Vallei van liefde”. Die naam verdient Bethel, het Duitse christelijke dorp voor epilepsiepatiënten en lichamelijk en verstandelijk gehandicapten. Deze naam vormt ook de titel van het boek waarin Edna Hong het leven van de zwaargehandicapte Gunther beschrijft, die na zes jaar verwaarloosd te zijn geweest, in dit bijzondere dorp komt wonen.
„Je bent een waardeloos prul! Je bent niets dan een waardeloos prul”, houdt grootmoeder Gunther voor. Wat ze zegt, dringt niet eens tot de jongen door. Een jaar lang brengt hij door in een achterkamer bij haar in huis. De jaren ervoor leefde hij bij zijn moeder, maar bij haar was hij er nog slechter aan toe.
Iedere dag krijgt Gunther van oma een flinke hoeveelheid borstsiroop, zodat hij suf wordt. Zij hoopt dat de buren hierdoor niets over haar afzichtelijke kleinzoon te weten komen. Als ze op een dag merkt dat de buurtkinderen de achterkamer zijn binnengedrongen om hem te bekijken, is de maat vol. Haar zoon, Gunthers vader, moet een andere oplossing voor hem zien te vinden. Zijn nieuwe vrouw is ook duidelijk: ze wil niets te maken hebben met een invalide stiefzoon.
Hitler
Op zijn zesde komt Gunther in Bethel terecht. Vanaf de eerste dag gaat hij met sprongen vooruit. Zei hij eerder geen woord, hier leert hij praten en zingen. Kon hij eerder niet lopen, hier leert hij „flipperen”, zoals de anderen zijn manier van voortbewegen omschrijven.
Het belangrijkste is dat hij hier in aanraking komt met het Evangelie. De bijbelse geschiedenissen laten hem niet onbewogen. De liefde die heel Bethel beheerst, krijgt ook een plaats in zijn hart. Het is mooi om te lezen hoe de predikant met de patiënten omgaat en vooral hoe hij ieder persoonlijk erbij betrekt. Dominee Fritz von Bodelschwingh, de directeur van het dorp, is een groot voorbeeld voor Gunther.
Donkere wolken pakken zich echter samen boven Bethel als Hitler aan de macht komt. Von Bodelschwingh heeft harde bewijzen dat in andere instellingen voor gehandicapten inmiddels vele mensen om het leven zijn gebracht. Hij komt in contact met de lijfarts van Hitler, dr. Brandt. Ondanks diens toezegging dat er niets zal gebeuren voordat er een persoonlijk gesprek is geweest tussen hen, komen achttien dokters met evenzoveel secretaresses naar Bethel om de patiënten in kaart te brengen.
Totaal onverwacht komt dr. Brandt deze dag ook naar Bethel. Hij is verbaasd als hij hoort van de medische actie, want hij heeft daar geen opdracht voor gegeven. Drie uur lang zijn de predikant en de arts met elkaar in gesprek. „Ik geloof zelfs dat ijsbergen zouden smelten als dominee Fritz zo tegen ze praatte”, zegt zijn vrouw, die een deel van het gesprek hoort. Een ijsberg of niet, dr. Brandt laat Bethel ongemoeid. De patiënten zijn veilig!
Het aangrijpende van dit verhaal is dat het waar gebeurd is. Edna Hong heeft Gunther in 1947 ontmoet. Aan haar boek te merken is ze zeer onder de indruk van wat ze gezien heeft in Bethel. Erg realistisch doet haar weergave echter niet aan. Zoals zij het beschrijft, lijkt het wel een paradijs op aarde. Iedereen is altijd lief, aardig en geduldig voor de anderen. Er zit geen spanning in. De verleden tijd waarin het boek is geschreven, draagt hier waarschijnlijk ook aan bij.
Verder laat de schrijfster de lezer in het ongewisse over het huidige Bethel. Een nawoord daarover had niet misstaan. Nu staat er voorin slechts een verwijzing naar de website www.bethel.de.