Commentaar: Vaste verkiezingsdag niet uitlokken
Ideaal is het niet, verre van dat zelfs. Donderdag gaan we naar de stembus, pas zondagavond of maandagmorgen horen we de officiële uitslag. Is de psychologische uitwerking daarvan niet: ach, zo belangrijk en spannend zijn die Europese verkiezingen niet; de uitslag ervan hoeven we echt niet meteen te weten?
Daarbij komt dat de ratio achter deze verplichte drie dagen wachten niet sterk is. Toegegeven, als de Statenverkiezingen in Nederland op verschillende dagen gehouden zouden worden en de uitslag op verschillende dagen bekendgemaakt werd, zou dát een slechte zaak zijn. In dat geval zouden burgers van Friesland zich in hun stemgedrag kunnen laten beïnvloeden door de uitslag in, zeg maar, Zuid-Holland. Zo van: „Oei, het CDA heeft in de Randstad flink verloren, laten wij maar eens met z’n allen op het CDA gaan stemmen.”
Maar iets dergelijks speelt bij de Europese verkiezingen niet, omdat we het in dat geval niet over exact dezelfde partijen hebben. Een Duitser die op de Grünen gaat stemmen, omdat de SP en GroenLinks het in Nederland slecht gedaan hebben? Onzin natuurlijk.
Zo bezien is het nog wel enigszins begrijpelijk dat opiniepeiler De Hond en website GeenStijl burgers hebben opgeroepen van hun wettelijk recht gebruik te maken om donderdagavond bij de telling van de stemmen op hun stembureau aanwezig te zijn en te eisen dat de voorzitter van het stembureau de uitslag voorleest. De Nederlandse Kieswet geeft burgers nu eenmaal dat recht, een recht dat niet ongedaan gemaakt wordt door het dringende appel dat Brussel op Nederland heeft gedaan om niet, zoals in 1999, de uitslag meteen bekend te maken, maar te wachten tot burgers van andere lidstaten eveneens hebben gestemd.
Maar er is ook veel tegen de stemmingmakerij van De Hond en consorten in te brengen. Is het niet typerend voor het grenzeloze ongeduld van onze tijd dat we alles wat er te weten valt, ook meteen móeten weten? En dat we ontzettend veel moeite hebben om ons te houden aan afspraken die door onze vertegenwoordigers, de politici, namens ons gemaakt zijn, vooral als die afspraken eens een keertje wat minder logisch zijn dan anders?
Er is nog een gevaar dat op de loer ligt als we de weg van Nederlands bekendste opiniepeiler inslaan. Iedereen kan op zijn vingers natellen dat als de uitslag van deze verkiezingen wel degelijk vrijdagmorgen al op straat ligt, in bepaalde kringen de roep om de Europese verkiezingen een volgende keer in alle lidstaten op één en dezelfde dag te houden, zal doen aanzwellen. De kans is zeker aanwezig dat de keuze dan op de zondag zal vallen.
Zou het die kant opgaan, dan is dat niet alleen vanuit christelijk perspectief een verlies. Een afgedwongen uniforme verkiezingsdag in heel de EU zou de zoveelste stap zijn waarin Brussel de nationale autonomie van lidstaten –in dit geval het recht om zelfstandig, met meewegen van nationale en historische criteria, een verkiezingsdag vast te stellen– doorbreekt. Dat zou in Nederland toch niemand moeten willen, en dus ook niet moeten uitlokken?