Opmars van vrouwen in Europees Parlement
DEN HAAG (ANP). In het Europees Parlement zitten steeds meer vrouwen. In 1979, toen dit parlement voor het eerst rechtstreeks werd gekozen, was 16 procent van de europarlementariërs vrouw. Nu is dat 36 procent.
Dat blijkt uit maandag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Van de 26 Nederlandse leden van het Europees Parlement is 46 procent vrouw. Nederland staat daarmee op de zevende plaats. Finland staat op één, met 62 procent vrouwen, gevolgd door Denemarken (54 procent), Kroatië, Estland, Malta en Slovenië (alle 50 procent).
Het CBS schrijft de opmars van het aantal vrouwen in het Europees Parlement toe aan de toegenomen emancipatie van vrouwen in Europa. Ze zijn beter opgeleid, werken meer en zijn actiever geworden in de politiek. Sommige landen, zoals België en Spanje, hebben ook wettelijk vastgelegd dat er een bepaald minimumaantal vrouwen op de kandidatenlijsten voor verkiezingen moet staan.
Ook in nationale parlementen is het aantal vrouwen toegenomen. Nederland komt met 39 procent vrouwelijke Tweede Kamerleden op de vierde plaats uit binnen de Europese Unie, na Zweden (45 procent), Finland (43) en Denemarken (39).