Commentaar: Diaconaat voor christenen van wezenlijk belang
Zonder de eigen gemeenteleden te verwaarlozen, moeten kerken toch meer aandacht besteden aan extern diaconaat. Diakenen moeten daarbij vooral de rol hebben van coördinator en stimulator.
Dat is een van de uitkomsten van een onderzoek onder diakenen en gemeenteleden uit de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK). Diaconale hulp aan mensen van buiten de christelijke gemeente mag, volgens de ondervraagde gemeenteleden, ook echt diaconale hulp zijn en moet niet gezien worden als een soort opstapje naar het verkondigen van de Bijbelse boodschap.
Een van de uitkomsten van het onderzoek is ook dat relatief veel ondervraagde gemeenteleden die jonger zijn dan 50 jaar aangeven er „geen tijd voor over te hebben” om anderen te helpen. Een verontrustende uitkomst, zo stellen de onderzoekers.
Zoals bij ieder onderzoek zijn er ook bij dit onderzoek nuancerende kanttekeningen te plaatsen. Niet om het onderzoek te ontkrachten, maar om een iets breder plaatje te schetsen.
Zo wil de uitkomst dat veel gemeenteleden vinden dat je diaconale hulp niet per se vergezeld hoeft te doen gaan van Evangelieverkondiging, niet zeggen dat die mensen het diaconaat zien als een soort ontwikkelingshulp. Maar omdat hier specifiek gevraagd wordt naar de diaconale taak van een gemeente, ligt op de goede daden de nadruk en niet in de eerste plaats op het brengen van het Evangelie, Gods goede boodschap.
Ook het gegeven dat gemeenteleden jonger dan 50 jaar relatief vaak aangeven geen tijd te hebben om anderen te helpen, hoeft niet te betekenen dat de jongere generatie egoïstischer is dan de oudere. Ze zijn gewoon druk met het eigen gezin, het werk en mogelijk zorg voor de ouder wordende ouders. Dat veel jongeren echter aangeven er geen tijd voor over te hebben, is wel degelijk verontrustend.
Het zal toch niet zo zijn dat we als christenen –het onderzoek staat redelijk goed model voor alle reformatorische kerken– onszelf steeds meer naar binnen keren en ons alleen nog maar bekommeren om de mensen direct om ons heen?
Het zal, om het nog breder te trekken, toch evenmin zo zijn dat veel kerkelijke gemeenten vooral druk zijn met het eigen kerkgebouw en het orgel? Iemand maakte onlangs de opmerking dat het feit dat sommige gemeenten slechts spaarzamelijk collecteren voor een diaconaal doel een belangrijk teken is van de vermaterialisering van het christendom. Zeker, het kerkgebouw moet onderhouden worden, predikanten zijn hun loon waardig en een orgel is in de protestantse eredienst een belangrijk instrument. Maar als het daarbij blijft, is er toch echt iets grondig mis. We kunnen dan nog wel heel rechtzinnig stellen dat we van harte achter de Drie Formulieren van Enigheid staan, maar we handelen dan niet in de geest van een van die belijdenisgeschriften. Ook nu is zondag 38 van de Heidelbergse Catechismus namelijk actueel, waar staat dat de zondagen er niet alleen zijn om Gods Naam openlijk aan te roepen, maar ook om „de armen christelijke handreiking te doen.”