Opinie

Geloof intellectueel zeer bevredigend

Is geloof irrationeel?

Alister McGrath
16 May 2014 16:26Gewijzigd op 15 November 2020 10:44
beeld Erik Kottier
beeld Erik Kottier

Een van de belangrijkste argumenten in het boek ”The God Delusion” van de bekende atheïst Richard Dawkins is dat religie irrationeel is. „Doorgewinterde gelovigen zijn immuun voor argumenten”, meent hij. Geloof is een „proces van uitschakelen van het denken”, en dat is „fout, juist omdat het geen rechtvaardiging vereist en geen argumenten verdraagt.” Dit is typerend voor Dawkins’ bombastische stijl, waarin hij verhitte retoriek mengt met geringe aandacht voor bewijs en nauwkeurigheid. Laten we hier dus eens wat gedetailleerder naar kijken.

Iedereen is het erover eens dat wetenschap een van de meest zekere vormen van kennis is die we bezitten. Hoe weten we dat de chemische formule voor water H2O is? Hoe kennen we de structuur van DNA? Het antwoord is eenvoudig: door wetenschappelijk bewijs. Ik denk niet dat iemand dat ter discussie zal stellen.

Dawkins prijst de wetenschap terecht omdat zij in staat is heldere, betrouwbare antwoorden te geven op een aantal belangrijke vragen. Tot zover is er nog niets aan de hand. Maar kijk eens naar een andere vraag: „Wat is de zin van het leven?” Het is duidelijk dat dat een belangrijke vraag is. Maar kan de wetenschap er antwoord op geven? Dawkins’ antwoord is dat wetenschap niets onthult over de zin van het leven – en dat het leven dus geen zin heeft. Maar is dat juist?

Grenzen

Laten we eens kijken naar een paar wijze woorden die Peter Medawar schreef. Hij is een van de briljantste wetenschappers aan Oxford University. Hij won de Nobelprijs voor geneeskunde voor zijn onderzoek in immunologie. In het boek ”The Limits of Science” reflecteert Medawar op de vraag hoe het terrein van de wetenschap wordt beperkt door de aard van de werkelijkheid.

Hij benadrukt dat „wetenschap de meest succesvolle onderneming is die mensen ooit ondernomen hebben, zonder weerga”, maar hij maakt onderscheid tussen wat hij noemt „transcendente” vragen en vragen over de organisatie en structuur van het materiële universum. Transcendente vragen moeten worden beantwoord door religie en metafysica.

Medawar stelt dat met het oog op de vragen naar de organisatie en de structuur van het universum er geen grenzen zijn aan de mogelijkheden van wetenschappelijke inspanning. Daarin is hij het met Dawkins eens – maar dat is hij het alleen als hij eerst het domein definieert en inperkt waarin de wetenschap deze competentie heeft.

Maar hoe zit dat wat betreft de andere vragen? De vraag naar God? Of de vraag naar de zin van het leven? Medawar schakelt Dawkins’ schreeuwerige en simplistische opvatting van wetenschap al bij voorbaat uit als hij suggereert dat wetenschappers voorzichtig moeten zijn met hun uitspraken over deze kwesties. Door stellige en dogmatische overdrijvingen zouden zij het vertrouwen van het publiek alleen maar verliezen.

Medawar is een onverholen rationalist, maar hierover is hij duidelijk: „Dat de wetenschap inderdaad begrensd is, wordt heel waarschijnlijk door het bestaan van vragen die de wetenschap niet beantwoorden kan. Geen denkbare vooruitgang van de wetenschap zal haar in staat stellen om die vragen te beantwoorden.

Ik denk aan vragen zoals: Hoe is alles begonnen? Waarom zijn wij hier? Waar draait het in het leven om? Het doctrinair positivisme –ondertussen allang weer achterhaald– deed dit soort kwesties af als non-kwesties of pseudokwesties. Alleen simpele zielen vroegen naar deze dingen en alleen charlatans beweerden dat ze antwoorden hadden.”

”The God Delusion” heeft Medawar mogelijk overrompeld. Het is een laatbloeier van juist het doctrinaire positivisme waarvan Medawar zo verheugd, maar duidelijk te vroeg, geloofde dat het uitgestorven was.

Blind

Het punt is duidelijk en belangrijk: wetenschap kan ons niet vertellen of er een God is. Zij kan ons niet vertellen waarom we hier zijn (hoewel ze ons heel interessante inzichten kan bieden in het ”hoe” van ons bestaan). Als het gaat over vragen naar betekenis, doel en waarde is de wetenschap blind. En dat is geen kritiek op de wetenschap – het is eenvoudig erkennen en respecteren dat zij grenzen heeft.

Dawkins is op dit punt geen typische vertegenwoordiger van de wetenschap. De meeste wetenschappers zijn zich bewust van de grenzen van hun discipline. Zij hebben er geen problemen mee om antwoorden elders te zoeken als het gaat over de echt grote kwesties in het leven.

”The God Delusion” werd in 2006 gepubliceerd. In datzelfde jaar kwamen er enkele andere opmerkenswaardige boeken uit van vooraanstaande natuurwetenschappers. Owen Gingerich, hoogleraar astronomie aan Harvard University, publiceerde ”God’s Universe”; Francis Collins, directeur van het bekende Human Genome Project, schreef zijn boek ”The Language of God”.

Beide topwetenschappers betogen hartstochtelijk en overtuigend dat hun christelijke geloof hen een manier biedt om de wereld te begrijpen, wat duidelijk terug te vinden is in hun wetenschappelijke carrière en onderzoek. Ze stellen dat dit geloof intellectueel zeer bevredigend is.

Dit vind je totaal niet terug in Dawkins’ simplistische manier van omgaan met de dingen. Maar het illustreert het fundamentele punt dat denkende mensen die in God geloven uitmuntende wetenschappers kunnen zijn, gerespecteerd en bewonderd door hun collega’s.

Geloof in God is niet irrationeel, maar heeft zijn eigen, onderscheiden en robuuste rationaliteit. Het vertegenwoordigt een grootse wijze om de dingen te begrijpen. „Ik geloof in het christendom zoals ik geloof dat de zon is opgekomen – niet alleen omdat ik het zie, maar omdat ik daardoor al het andere zie”, zei C. S. Lewis.

Om het in de taal van de filosofie te zeggen: God is de ”beste verklaring” van de manier waarop de dingen er zijn. We kunnen niet beter bewijzen dat God er is dan dat een atheïst kan bewijzen dat God er niet is. Maar ieder van ons, of hij nu christen is of atheïst, baseert zijn leven op ten minste een aantal fundamentele uitgangspunten die we niet kunnen bewijzen. Zo gaat dat gewoon.

Alister McGrath, hoogleraar wetenschap en religie (de Andreas Idreosleerstoel) aan de faculteit voor theologie en religie aan Oxford University. Dit artikel is eerder verschenen in Idea, magazine van de Evangelische Alliantie in Engeland. 

Heeft u een vraag of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer