Het aantal werkloze werkzoekenden onder deze groep mensen, die vanaf 1 januari verplicht moeten solliciteren, is dit jaar met ruim een kwart toegenomen.

Het voormalige Arbeidsbureau maakte maandag bekend dat eind november 73.842 werkloze werkzoekenden van 57,5 jaar en ouder in de kaartenbakken stonden. Dat betekent een toename van 26 procent ten opzichte van januari. Het totale aantal werkzoekenden zonder baan steeg in de eerste elf maanden van dit jaar gemiddeld met 15,4 procent tot 664.400.

Bovendien weten ouderen moeilijker werk te vinden, als ze eenmaal een uitkering hebben en staan ingeschreven bij het CWI. „Mogelijk weten deze mensen komend jaar wel iets sneller weer een baan te vinden, omdat ze dan actiever moeten zoeken”, aldus een woordvoerster van het CWI.

De organisatie wijst erop dat momenteel „heel veel stampij” wordt gemaakt over de groeiende werkloosheid onder jongeren, maar dat ouderen net zo goed aandacht behoeven. Tot eind november steeg het aantal werkloze werkzoekenden jonger dan 23 jaar met 11,8 procent tot 56.000.

Het CWI meldde dat inmiddels de helft van de werkloze werkzoekenden 40 jaar of ouder is. Eind november telde de organisatie 333.600 werkzoekenden zonder baan, ofwel 50,2 procent van het totaal. Tegelijkertijd wordt echter meer dan de helft van de vacatures die bij het Arbeidsbureau binnenkomen, vervuld door mensen die jonger zijn dan 40 jaar.

De vakcentrales FNV en CNV zien de vrees bewaarheid worden dat ouderen relatief zwaar door de oplopende werkloosheid worden getroffen. „Deze mensen worden door bedrijven nou eenmaal liever aan de kant gezet dan jongeren”, stelt FNV-bestuurder sociale zekerheid T. Heerts. Hij noemt de sollicitatieplicht voor 57,5-plussers ook zinloos: „Je moet reëel zijn en niet mensen met de zweep benaderen, terwijl er op dit moment geen werk voor ze is.”

Met de toenemende vergrijzing wordt volgens CNV-voorzitter D. Terpstra wel veel geproken met werkgevers over het verhogen van de arbeidsparticipatie van ouderen. „Maar je kan blijkbaar praten over ouderenbeleid, in de praktijk vliegen deze mensen er bij reorganisaties toch als eerste uit.”